Nieuws:

Vergeet niet te stemmen op de vraag van de week!

Hoofdmenu

Chapter 10: Goodnight Saigon - Part 2

Gestart door poltergeist, september 20, 2008, 19:11:10 PM

Vorige topic - Volgende topic

poltergeist

HUNTED seizoensfinale

85 dagen
Gevangenissen, Levi haatte ze, vast uit vrees om er op een dag zelf in te belanden. Maar toch besteedde hij tegenwoordig meer tijd in de gevangenis dan goed voor hem was. Hij raakte zelfs bijna gewend aan de verschillende controles.
In de bezoekersruimte zag hij haar. Wallen onder haar ogen, haar eens zo felle blonde haar was nu verstrikt in een kluwen van klitten en was dan maar uit noodzaak vastgebonden in een paardenstaart. Maar Levi keek dwars door die uitstraling heen. Hij zag dat ze haar mannetje wist te staan in dit leven van kat en muis.
'Ik wist niet dat je zo literair was. Ik kreeg vanmorgen weer een van je brieven.'
Levi zette zich op een donkerblauwe stoel die aan de grond was vastgeschroefd. Vanuit nature zocht hij de uitgangen en zocht hij naar bewakers en camera's. Hij voelde zich opgesloten in deze termietenheuvel van smerissen.
'Ik ben blij dat je men werk weet te appreciëren Levi. Je moet iets hier, anders draai je door. Wist je dat ze ons enkel tv laten kijken als er belspelletjes op TV zijn? Trouwens, je hebt een koffievlek op je hemd. Wacht even.'
Yolanda boog zich over de tafel en stak traag een vinger in haar mond. Ze keek Levi verleidelijk aan terwijl ze met haar tong rondjes rond haar vingertop draaide. Deze morgen had Levi dat gebaar nog verleidelijk gevonden, maar toen kwam het van Evelien. Nu voelde het anders aan, bijna bedreigend. Ze stak langzaam haar hand uit en instinctief sloeg Levi die weg.
'Geen spelletjes vandaag Yo. Ik heb weinig tijd.'
'Vroeger zou je me niet weerstaan hebben. Weet je wel zeker dat het door je werk komt? Ben je zeker dat je dat niet gebruikt als een excuus waarom het daar beneden niet meer werkt zoals het hoort? Is het daarom dat je me nog eens komt bezoeken, omdat je je wil verstoppen van Evelien? Geloof me Levi, er is geen betere plek om je te verstoppen dan een cel.'
Yolanda grijnsde naar het gezicht van Levi, dat een tikkeltje witter was geworden. Ze wist hoe hij op dit moment leed ven interne woede, maar hij verdiende het.
'Jij kreng!'
'Rustig Levi! Kijk eens om je heen, een gevangenis heeft nog meer voordelen? Je bewakers bewaken je ook effectief.'
'Laat het maar.'
Levi stond op en was duidelijk van zin om te vertrekken.
'Ik hoop dat je van post houd lieverd!' riep Yolanda hem na.
Levi bleef versteend staan, draaide zich om en boog zich diep over de tafel.
'Nu moet jij eens goed luisteren del. Ik ben al tijden bezig met iedereen te verzamelen om jou te bevrijden, ik ben al weken bezig met het perfecte plan. En nu ik hier eindelijk ben om je te vertellen wat jij eens voor de verandering moet doen weet je je niet in te houden. Je bent nog niets veranderd Yolanda, je bent nog steeds een kreng dat alleen aan zichzelf denkt.'
'Natuurlijk, nu ligt het weer aan mij. Vertel me eens, was ik er ook bij toen je Evelien bedroog? Was ik erbij toen je besloot dat ik het maar moest opruimen omdat ik toevallig bij de politie werkte? Ik stak men nek voor je uit en daarom zit ik hier. En daarom Levi, en alleen daarom, ga jij me hier uitbreken. Jij bent me verdomme wat verschuldigd!'
De twee keken elkaar recht aan, niemand durfde toegeven aan de ander. Uiteindelijk was het Levi die zwichtte.
'Goed dan, zorg ervoor dat je faam in de gevangenis net zo groot wordt als de faam die ik van je hebt. Een manipulatief kreng dus.'
'En waarom zou...'
'Waarom? Wel, omdat ik eerst wil dat je me niet meer lastigvalt met foto's. Foto's waarvan je goed genoeg weet dat mijn vrouw ze kan onderscheppen. En tot die tijd Yolanda, blijf jij hier in je verdomde hoekje wegkwijnen. Je zoekt maar een andere bezigheid, belspelletjes kijken ofzo.'
Levi stond recht en stoof de kamer uit. Het was een zware dag geweest.

Hilje stoof samen met Robin over de zanderige wegen die her en der over de jungle verspreid waren. Waar ze kwamen wierpen ze een laag van stof en zand op. Het leek wel een absurde droom, maar toch was het allemaal werkelijkheid. Ze hadden echter geen idee hoe absurd het nog zou worden. In de verte begon de zon al achter de horizon te zakken, spoedig zou het donker zijn.
'Neem de volgende afslag naar links Hilje, daar is Sjors achtergebleven.'
Robin hield zichzelf stevig vast aan het dashboard, maar zelfs dat kon niet voorkomen dat hij hevig heen en weer werd geschut in de wagen en zelfs met momenten zijn hoofd stootte tegen het dak.
'En wie mag die Sjors dan weer zijn?'
Hilje bleef naar de weg kijken, vastbesloten om geen tijd te verliezen.
'Dat weet ik niet, Levi had hem ingehuurd om...'
'Geweldig, Levi heeft hem ingehuurd. Laten we zeker de man oppikken die is ingehuurd om mij te vermoorden. Zullen we als we aankomen alvast een blinddoek omdoen en een mooie stevige boom zoeken om tegen te gaan staan?'
'Hij is zoals ons Hilje! Hij doet het voor het geld, hij zou geen vlieg kwaad kunnen doen. Hij wil vast naar jou versie luisteren.'
'O ja? En doet hij dat dan voor of na het mes in men rug zit?'
'Hilje wat moeten we anders? Hem achterlaten om aan de tijgers te voeren?'
'Met Maarten had jij daar anders geen problemen mee!'
Robin keek even naar Hilje, maar die keek nog steeds strak voor hem uit.
'We zijn met 2 man aan het afstormen op een heel rebellenkamp! En dat als we met 3 kunnen zijn! We moeten hem wel vertrouwen. Hij is nog niet van de slechtste.'
Hilje dacht na, met 3 man maakten ze inderdaad meer kans om Marloes en Jorg te redden. Hoewel die kans niet al te veel groter was.
'Hier naar links dan?'
'Hier naar links Hilje.'

Yolanda strompelde door de vaalblauwe gang, haar handen in haar zakken, haar blik op oneindig. Ze dwaalde langs talloze tralies, talloze nieuwsgierige ogen van medegevangenen die haar aanstaarden. Stuk voor stuk aasgieren, op zoek naar een teken van zwakte. Maar Yolanda kende het spel van jager en prooi, en ze speelde het zoals geen ander. Misschien was het daarom wel dat ze niet verrast was toen ze een nieuwe celgenoot in haar cel op haar bed aantrof. Of misschien kwal het wel omdat ze in gedachten al vrij was. Hoe dan ook, een nieuwe was een nieuwe. Het spel was begonnen.
'Hé jij daar, nieuwe! Je zit op mijn bed!'
Maar de nieuwe keek enkel op. Haar ogen waren fel groen, doelgericht. Ze schoten door haar helderblonde haar dat nog een overvloed aan shampoo gewend was. Yolanda wist dat dat snel zou veranderen. Hoe dan ook, de nieuwe staarde Yolanda aan alsof ze het hoop kikkerdril was. Het was duidelijk, ook zij kende het spel.
'En wat ga je eraan doen ouwe?'
Het was ongelofelijk dat er zo'n krachtige stem uit zo'n teer meisje kwam. Maar Yolanda liet zich niet misleiden. Om haar woorden bij te zetten zette de nieuwe haar twee voeten op het bed van Yolanda.
'Wel dit bitch!'
Yolanda sprong op haar af, greep haar linkeroorlel en rok er in alle hevigheid aan. Met haar andere arm sloot ze zich rond haar hoofd en trok haar uit alle macht mee. Niemand keek hoe Yolanda de nieuwe naar de andere kant van de kamer smeet, de bewakers kwamen er enkel tussen als het te ver uit de hand liep. De nieuwe plofte aan de andere kant van de cel op haar bed en bleef daar liggen.
'Niet in mijn leven trut!' Yolanda schonk haar haar vuilste blik en spuwde een haar uit die in haar mond was geraakt.
De nieuwe keek haar enkel grijnzend aan en stak haar hand uit.
'Ook een jager dus? Ik ben Christien, gepakt omdat ik te veel drugs op zak zat. Drie uur geleden liep ik nog vrij rond. Jij gelooft me zeker niet als ik zeg dat ik onschuldig ben? Nuja, in dit geval?'
Yolanda schudde Christien haar hand.
'Yolanda, en ik geloof alles wat je zegt, we zitten hier immers allemaal samen.'
Ja, Christien kende het spel. In die paar seconden hadden de twee elkaar beter leren kennen dan dat sommige mensen deden in hele jaren. Ze waren allebei jagers.

'Het is zo erg niet Schatje! Het komt de beste voor. Straks zullen we nog is oefenen en dan zal het wel beter gaan!'
Evelien dacht terug aan de woorden die ze deze morgen aan haar man had gezegd nadat hun avontuurtje abrupt was afgelopen. De man van wie ze zo had gehouden. Het was zo erg niet. Hoe kon ze dat ooit gezegd hebben? Evelien zat in een leren stoel met de fles whisky in haar hand. Elke keer als ze problemen had zat ze hier in de zetel, whisky drinkend als een of andere goedkope hoer die er maar eens van profiteerde. Hoe was het ooit zo kunnen misgaan?
Zoals elke goede huisvrouw had ze stiekem vanuit het raam toegekeken hoe Levi vertrok met zijn wagen. Daarna had ze 15 minuten gewacht, voor het geval Levi iets vergeten was. Toen dat echter niet het geval was stoofde ze naar boven en had ze de enveloppe achter de parfumdozen geritst. Ze had veel verwacht. Een affaire met een andere vrouw, een geheim netwerk voor zwart geld. Maar dit? Nee.
Evelien wierp nog een blik op de documenten die naast haar op het houten tafeltje stonden. Tranen welde weer in haar op. De hele dag had ze hier zitten uithuilen, ze was er nooit aan toegekomen om kleren te kiezen. De hele dag had ze naar de foto's gekeken. De hele dag had ze naar de ogen van Bram gekeken, die haar aanstaarden vanuit de dood. En als Evelien eindelijk moedig genoeg was om haar ogen los te scheuren van Bram die zijn dood tegemoet viel dan zag ze de man die hem had geduwd. Ze dacht eerst dat het Hilje was. Iedereen dacht dat het Hilje was. Maar al snel had Evelien beseft dat het Hilje niet was. Het was Levi, haar eigen man had Bram vermoord.
Toen die gedachte weer in haar opkwam nam ze nog een slok, een grote. Ze moest een kater krijgen. Katers lieten je alles vergeten. Maar Evelien wist dat ze dit onmogelijk kon vergeten. Ze was dood van verdriet, haar maag was ineengekronkeld en ze was er zeker van dat ze nooit meer zou kunnen ademhalen zonder pijn. Ze liet de fles vallen, ze barstte in stukken op de vloer. Daarna trok ze haar knieën op, stak die onder haar kamerjas en keek met betraande ogen en uitgelopen mascara naar de foto's waarop Levi Bram duwde.
Toch zou Levi die avond de politie niet over de vloer krijgen. Nee, daar was hij te wreed voor geweest. De politie en de gevangenis zouden een hemel voor Levi zijn geweest. Levi verdiende de hel. Het was daarom dat Evelien die avond had gekookt voor Levi en haar beste kleren had aangetrokken, zodat hij niets zou merken. Evelien had grotere plannen voor Levi. De raderen waren in beweging gekomen.

84 dagen
Sjors sliep vast onder de blote sterrenhemel. Hij droomde over water en draken. Hij lag zalig te soezen. Toch was hij in een tel wakker toen hij een schop in zijn rug voelde. Hij greep meteen naar zijn revolver, maar merkte dat het vastzat. Toen hij zijn ogen opende zag hij dat een man op het wapen stond.
'Goede morgen, partner.'
Hilje had de nadruk op dat laatste woord gelegd om Sjors uit te dagen het tegendeel te beweren. Dat was echter niet het geval.
'Tisser?' zei Sjors, terwijl hij de slaap uit zijn ogen wreef.
'Het is tijd, de zon komt zometeen op.'
Sjors keek om zich heen, de sterren waren nog duidelijk zichtbaar. 'Het is nog donker! We kunnen niet in de nacht door de jungle toeren!'
'Jij was de persoon die er op stond om hier de nacht door te brengen omdat we anders niets zouden vinden. Als het niet aan Robin had gelegen had ik je hier gewoon achtergelaten. Dus als je kont niet binnen 5 minuten in de jeep zit dan kan ik niet garanderen dat dat alsnog niet gebeurt, begrepen?'
Hilje wachtte niet op antwoord, hij draaide zich om en liep naar Robin, die al druk bezig was om alles in te pakken. Toen hij bij Robin aankwam greep Hilje een tas en smeet die in de achterbak van de wagen.
'Hij heeft me niet in men slaap vermoord, maar toch vertrouw ik die kerel niet. Als hij ook maar 1 verdacht ding doet knal ik hem af, begrepen?'

Niet ver daarvandaan priemde de zon in Marloes haar ogen, ze wilde zich omdraaien, ze wilde even met haar handen door haar ogen wrijven maar merkte al snel dat ze werd tegengehouden door haar verdoemde ketens waarmee ze aan de voeten van Jorg vastzat. Na 4 maanden was ze nog steeds niet aan die verdoemde dingen gewend. Gisteren hadden ze hoop gehad. Gisteren hadden ze hun redding kunnen bereiken. Maar ze waren er spoedig achtergekomen dat hun redding zich had teruggetrokken. Hun laatste hoop was vervlogen.
'Opstaan!'
De grootste rebel schopte Jorg in zijn zij waardoor hij bruut uit zijn slaap gehaald werd.
'De helikopters komen zo dadelijk. Maak jullie klaar!'
De rebel haalde een sleutel uit zijn legerbroek en maakte de sloten aan de talrijke kettingen los.
'Als jullie 1 ding proberen...'
'Worden we afgeschoten als laffe honden, we weten het wel na 4 maanden.'
De rebel sloeg Jorg op zijn kaak voor die opmerking. Een prijs die Jorg graag wou betalen omdat hij zo een flauwe glimlach op Marloes haar gezicht had getoverd. Hij keek haar lachend aan om te laten merken dat ze zich geen zorgen over hem moest maken en dat hij over haar zou waken.
Lang konden de twee echter niet van dit intieme moment genieten want al snel werden ze omhoog getrokken en werden ze gedwongen om verder door het woud te marcheren, op weg naar de jeeps die hen naar de helikopters zouden brengen. De andere gijzelaars waren gisteren al vertrokken. Marloes en Jorg waren door dom toeval als laatste twee achtergebleven.
'Alles goed met je?' Vroeg Jorg eenmaal ze terug over boomstronken en struikgewas klauterden.
'Het gaat wel, afgezien van het feit dat we onder schot worden gehouden in een jungle.'
'Het komt wel goed Marloes. Ze komen wel, ze zijn vast opgehouden door de nacht zoals wij.'
'Ze hebben zich teruggetrokken Jorg. Ze komen niet.'
'Je mag de hoop niet opgeven Marloes. Hoop is een gevaarlijk ding om te verliezen.'
'Zolang jij bij me bent kan het me niet schelen of ik de hoop verlies.'
Hoewel Jorg haar gezicht niet kon zien omdat zij voor haar liep wist hij zeker dat ze aan het huilen was. Jorg haatte zichzelf omdat hij haar geen knuffel kon geven, omdat hij anders zeker neergeschoten zou worden.
'Ik zal niet van je weggaan Marloes.' Het klonk vertederend, het klonk als een warme zucht die door een ijskoude grot waaide.
'Nooit meer?'
Het was een koude fluistering. Een hopeloze poging om terug een sprenkeltje vreugde te voelen. Maar tegelijk was het zoveel meer.
'Nooit meer.' Beantwoorde Jorg, en hij meende het uit de grond van zijn hart.

De tocht vorderde maar traag, en toen ze eindelijk een zandweg hadden bereikt merkten ze al snel dat de jeeps er nog niet waren. De rebellenleider was echter meedogenloos en trok verder zonder te stoppen om te drinken. Hij was duidelijk nog bang dat de legertroepen zouden terugkomen met versterking.
'Daar zijn ze!' riep een rebel. Achter hen was er in de verte een kleine stofwolk te zien die over het pad woelde.
De jeep kwam steeds dichterbij maar vertraagde niet.
'Maar dat is geen auto van ons!' schreeuwde de grootste rebel uit!
Iedereen greep tegelijk naar zijn wapen. De wagen kwam steeds dichterbij. De mannen vuurden, maar misten of raakten slechts de motorkap van de jeep. De wagen kwam nog steeds op de mannen aangestormd terwijl ze hun wapen herlaadden.Jorg greep Marloes bij haar schouder en trok haar van de weg af. Ze belandden in het kreupelgewas. Jorg keek meteen op maar drukte toen Marloes haar gezicht weer op de grond. Jorg wou niet dat ze zou zien hoe de jeep de 5 rebellen overreed en ze 1 voor 1 over de motorkap slingerde. Eenmaal de laatste rebel van de wagen was afgeslingerd stopte die en reed terug achteruit. De wagen reed zonder te vertragen over de rebellen, alsof het slechts vluchtheuvels waren. Uiteindelijk stopte de wagen naast Jorg.
'Jorg?' vroeg de man achter het stuur.
Jorg was nog nooit zo blij geweest om een man te zien wiens gezicht helemaal onder het slijk en het stof zat.
'Ze zijn er Marloes! Onze redding is er!'
'Dus jij bent die Marloes waar deze jongen maar niet over kon zwijgen?'
Hilje glimlachte vriendelijk naar haar.
'Sjors, wil jij het portier is opendoen en onze gasten laten instappen. Ik krijg de indruk dat het niet lang zal duren voor we weer bezoek krijgen.'
Marloes en Jorg haasten zich in de wagen. Nog voor het portier dicht was drukte Hilje al op het gaspedaal.
'Waar gaan we heen?' Vroeg Jorg die op de achterbank naar voren leunde. 'Naar de helikopters? Daar zouden deze groep ons heenbrengen. Er is vast geen bewaking op dit moment.'
Robin keek verveeld achterom.
'Kan jij dan met een helikopter vliegen? Nee, we moeten gewoon onze weg naar de bewoonde wereld zoek...'
'Ik kan vliegen!'
Iedereen keek verbaasd achterom, zelfs Hilje waardoor hij bijna tegen een boom reed. Iedereen keek Sjors aan alsof hij een spook was. Hilje was de eerste die weer bij zijn zinnen kwam en keek Robin geërgerd aan.
'Natuurlijk kan hij vliegen...'

Ze stuiterden over de zandwegen, niemand zei een woord, stuk voor stuk keken ze bang om zich heen. Ze wisten dat het zou gebeuren, alleen wisten ze niet wanneer. Misschien was dat wel wat het meest beangstigend aan alles was. Ze wisten niet wanneer ze zouden toeslaan. Misschien was het daarom wel dat iedereen een zucht van opluchting onderdrukten toen Marloes ze eindelijk zag.
'Achter ons! Een jeep!'
Hilje keek bang over zijn schouder. Achter hen laaide een grote stofwolk op.
'Jorg! Neem het stuur over! Dan hebben we een man meer die kunnen schieten.' Jorg was versteend van angst en keek naar de grote stofbui die achter hen aanzat.
'Jorg! Wisselen! NU!'
Plots raakte een kogel de achterbak van hun wagen en dat leek Jorg uit zijn trance te halen.
'Ok.' Zei hij, met holle nietszeggende woorden.
'Probeer niet flauw te vallen ok?'
Hilje versnelde de wagen nog even zodat de motor gromde. Daarna liet hij het gaspedaal los en wiep zich bovenop Robin op de voorste passagiersstoel. Jorg wrong zich tussen de opening van de stoelen en zette zich achter het stuur.
Nu was het Jorg die over de zandpaden raasde en een hopeloze poging deed om alle kuilen te ontwijken.
'Ze komen eraan! We gaan crashen!'
Sjors laadde zijn revolver en keek nog een keer achterom. Hij nam een besluit. Hij zwierde de passagiersdeur vanachter open en ging uit de wagen hangen. Zijn hoofd hing enkele centimeters over de stoffige weg die met een moordende snelheid onder hem door schoot. Hij stond oog in oog met de wagen achter hem. De wagen kwam steeds dichterbij.
'Nu ga je eraan klootzak.'
Sjors had maar 1 schot nodig om de bestuurder van de andere jeep te vermoorden. De man viel voorover op zijn stuur en drukte met zijn dode gewicht het gaspedaal verder in. Marloes wist Sjors maar net op tijd weer de wagen in te trekken. De jeep bulderde met een afschuwelijk geluid in op de deur van de wagen en de deur werd van de wagen af geslingerd en belandde tegen een boom, samen met de andere auto. Achter de ene auto reed nog een andere.
'Hou jullie vast! Dit gaat hard worden!'

Hilje hield Marloes stevig vast, hoewel hij alle moeite van de wereld moest doen om niet zelf uit de jeep te vallen. Die zwiepte alle kanten op om hun achtervolgers af te schudden. Hilje zat naast hem en schoot op alles wat voor hen bewoog. Sjors lag  weer uit de wagen en schoot op de rebellen achter hen. Het was een wonder dat hij zo kon blijven liggen. Robin zelf nam de flanken voor zijn rekening. En in de tijd dat hij op niemand moest schieten zorgde hij ervoor dat Jorg op de weg bleef. Wat een serieuze optie was omdat de wagen alle kanten opslingerde door alle kuilen.
'Bukken meisje!'
Hilje trok Marloes naar zich toe en trok tegelijkertijd zijn jachtgeweer. Hij boog zich licht over Marloes, zodat zijn borstkas haar zou beschermen en richtte zijn wapen en schoot over de rug van Marloes naar een jeep die vanaf de rechterkant op hen aan kwam gestormd. Hij had met 1 knal nodig om de banden stuk te schieten, waardoor de jeep begon te tollen en met een dodelijke smak tegen een boom reed, waar hij ontplofte. Sjors dreigde door die knal uit de wagen te vallen, maar weer was daar Marloes die hem nog net kon grijpen.
'We zijn er bijna!' zei Jorg, die zelf ook aanvoelde dat ze het niet lang meer zouden redden. Hij stoof door rivieren en liet liters modderig water opvliegen. Ze scheurden langs een bocht en voor zich doemde een klein gebouwtje op, verscholen in het groen van de jungle. Achter de gebouwen stond tot Hilje's opluchting een helikopter, net zoals Marloes en Jorg hadden beloofd. Ze waren er bijna.
Het gebouw kwam steeds dichterbij maar net toen schoot er vanaf de andere kant een jeep op hen af. Het had dezelfde modderkleur dan de andere jeeps van het farc regime en Hilje vroeg zich serieus af waarom ze nog geen autosnelweg hadden gebouwd toen hij zijn jachtgeweer richtte. Hij vuurde, maar Jorg reed net over een bult waardoor zijn schot miste en afketste op de motorkap van de vijandige jeep. Een tweede kogel trof een band. De jeep raakte de controle kwijt en begon te slippen. De 3 rebellen die erin zitten keken bang toe terwijl ze over het zanderige pad slipte, op ramkoers met de jeep van Hilje. Jorg had het ook gezien, maar hij kon enkel 'Fuck!' uitbrengen. Het volgende moment raakte de auto van de rebellen hun jeep in hun rechterflank. Het vreselijke geluid van metaal dat metaal schuurde was even te horen, het volgende moment wist Hilje niet meer wat onder en wat boven was. Hij voelde hoe hun eigen wagen loskwam van de zanderige weg en hoe hij wild begon te spinnen. Hij voelde hoe hun jeep omkantelde en op zijn zij belande, waar de banden nog vrolijk rondspinde zodat de wagen zich verder voortsleepte over de grond, als een groot beest dat weigerde te sterven. Sjors werd uit de wagen geslingerd omdat hij maar los op de bank lag. Hij was totaal van de wereld toen hij met zijn gezicht op een dikke kei viel. Toen raasde de wagen, waar men totaal geen controle meer op kon krijgen, naar het gebouwtje. Hilje was nog net op tijd en sprong uit de wagen en sleurde Marloes met zich mee. Robin en Jorg hadden minder geluk. Zij raasden verder maar kwamen uiteindelijk tot stilstand toen de jeep het kleine gebouw raakte. Onmiddellijk schoten er vlammen uit de motorkap op. Instinctief klom Robin langs achteren uit de wagen en trok zijn wapen. Hij keek rond zich heen, waar een vuurgevecht bezig was tussen Sjors en de overlevende 2 rebellen. Er was er blijkbaar 1 omgekomen in de crash.
'Kom Jorg! We moeten hier weg!'
Robin had al twee stappen gezet. Pas toen drong de onmenselijke schreeuw van Jorg tot hem door. Robin keek nog even voor zich, maar zag dat Hilje was recht gekrabbeld en een tweede rebel had uitgeschakeld. Samen met Marloes rende hij naar Jorg, die nog steeds achter het stuur zat.
'Ik zit klem! Haal me hieruit! Ik zit klem!'
Het was een onmenselijk tafereel. Door de crash was het metaal van de linkerkant van de wagen verwrongen en hield het Jorg tegen zijn stuur geklemd. Ook zijn stoel was naar voren geschoten door de knal tegen het gebouw en had hem nog vaster tegen het stuurwiel en het karkas van de wagen gedrukt. Hij leek nu wel spookachtig te zweven zoals hij daar hing in de gekantelde wagen. Er kwam bloed uit zijn neus en zijn armen zaten onder de schrammen. Het tafereel werd nog erger toen Robin zag hoe de vlammen langzaam maar zeker over de motorkap likte. De wagen zou spoedig ontploffen. Ze moesten Jorg er vlug uitkrijgen. Marloes trok aan het portier van Jorg, maar dat was verwrongen en was onmogelijk te openen. Gelukkig was het glas van de zijramen gebroken en boog ze zich over Jorg heen.
'We halen je hieruit Jorg! Dat beloof ik je!'
Ondertussen trok Robin met al zijn macht aan het stuur, maar dat weigerde los re komen.
'Sjors! Hilje! We hebben jullie nodig!'
Hilje schoot de rebel die was gestorven door de crash voor de zekerheid nog eens in zijn hoofd en haastte zich toen naar Jorg. Sjors echter liep naar de helikopters.
'Zo dadelijk komen er meer rebellen, we moeten hier weg Hilje! Als de propellers draaien moeten we vertrekken! Haast jullie!'
Maar zelfs met 3 kregen ze Jorg niet uit zijn benarde situatie. Dikke zwarte rookpluimen schoten omhoog vanuit de motorkap, het zou niet lang meer duren.
'Kom op Jorg! Je gaat het halen!'
Hilje trok aan de zetel, maar die weigerde om ook maar een centimeter te verplaatsen. Achter hen begonnen de propellers steeds harder te draaien.
'Kom! We moeten weg!' riep Sjors vanuit de helikopter.
'Ik laat Jorg niet achter!'
Hilje wist dat Marloes het meende toen hij naar haar keek. Ze had overal schrammen, maar ze hield zich taai. Toch stonden haar ogen vol met tranen.
'Op drie trekken! 1-2-3!'
Maar ook nu leek het niet over te gaan. Hilje keek achterom, waar wel 4 jeeps tegelijk op hen afstormde, geheel gevuld met farc rebellen. Ook Jorg had het gezien.
'Jullie moeten vertrekken! Jij moet vertrekken Marloes! Ik ben al verloren, maar jij nog niet. Blijf alstublieft niet achter voor mij. Ga niet dood voor mij!'
'Ik laat je niet achter! Je moet het halen Jorg! We hebben het tot nu toe altijd gehaald!'
'Ga weg Marloes!'
Maar Marloes bukte zich nog dieper over Jorg en kuste hem vurig op zijn mond. Het was een dramatisch ogenblik, de rebellen kwamen aanstormen en Hilje wist dat ze echt weg moeten. Ook Robin keek wanhopig om zich heen en maakte toen een keuze. Hij greep Marloes beet en zwierde haar over zijn schouder. De dramatische kus was plots ten einde.
'Vergeet me niet Marloes! Leef voor ons beiden!'
Jorg keek hoe Robin Marloes meesleurde naar de helikopter. Hij sloot zijn ogen en voelde hoe de vlammen bijna aan zijn gezicht likte.
Marloes ramde haar vuisten in de rug van Robin.
'Laat me los eikel! Laat me los!' ze gilde van wanhoop. Tranen stroomden over haar wangen. Maar Robin was vastbesloten en liep naar de helikopter. Hilje was er in de tussentijd ook ingesprongen en Sjors steeg op toen Robin nog maar amper zat. Hij moest alle moeite van de wereld doen om te voorkomen dat Marloes uit de helikopter zou springen. De jeeps waren nu onder hen gestopt en vuurden nu naar de helikopter, maar ze waren net buiten hun bereik.
Marloes schreeuwde het nog uit, en toen gebeurde het. Een dramatische knal klonk op uit de jungle en op de plek waar zonet nog hun jeep had gestaan was nu alleen nog maar een oranje vuurbal over. Marloes schreeuwde het uit, maar werd toen verdacht stil. Ze begon stil te snikken. Robin drukte haar dicht tegen zich aan en legde haar hoofd op zijn schouders en omhelsde haar.
'Hij wou het zo meisje, hij wou het zo.'
Hilje zat in de copiloot stoel en wreef met zijn handen langs zijn hoofd. Ook hij had gezien hoe Jorg voor hun ogen was ontploft. Maar nu waren ze ten minste veilig. Hij vond het een vreselijke gedachte, maar toch kon hij het zichzelf niet kwalijk nemen. Hij had zijn best gedaan. Over een week zouden ze thuis zijn. Voor een week waren ze ver weg van ieder die hen kwaad wou doen. Voor een week waren ze veilig.

Yolanda werd wakker door het geluid van celdeuren die met een vreselijk gepiep openschoven. De meesten gevangenen haatten dat geluid en hadden meermaals geeist om de tralies te smeren. Yolanda vond het echter niet erg. Ze hield zelfs van eht geluid. Ze stond langzaam recht en greep met nog een slaperige hand naar een stift die onder haar bed was beland. Ze geeuwde en stapte naar de muur, waar haar kalender hing. Met een sluwe glimlach kruiste ze weer een dag door.
Nog 77 dagen...

- End of Volume 2 -

Hunted zit er weer op voor dit seizoen. Maar wat staat er allemaal te gebeuren voor onze karakters in het derde seizoen van deze topserie? Leef vanaf volgend jaar weer mee met je favoriete serie met meer forummers, meer gevaren, meer romantiek en meer drama.

hillo

Tof ;D

Nu maar wachten tot volgend jaar :)

Mathidinkske

Het lijkt net de dag van gisteren dat het eerste 'chapter' gepost werd...

Wie zijn de weerwolven?

Ulysses

"If God is watching us, the least we can do is be entertaining."