Nieuws:

Beng ook eens een bezoekje in het altijd gezellige Hotforum café

Hoofdmenu

Chapter 16: The Truth About Lying - part 1

Gestart door poltergeist, maart 15, 2009, 20:38:17 PM

Vorige topic - Volgende topic

poltergeist

Vorige keer in HUNTED

Robin ontdekt dat hij werd ontslagen omdat hij bijna te weten was gekomen dat zijn fabriek stiekem in drugs smokkelde. Robert heeft inmiddels al een andere fabriek geopend en spaart daarvoor niets of niemand.
Robin heeft echter andere zorgen als hij Elise uit een brandend gebouw redt. Hij geeft Marloes de schuld van haar bijna-dood en verlaat haar samen met Elise.
Ondertussen ontdekt Evelien op de laptop van Levi een onrustwekkend bericht. Ene Sjors zou namelijk bij Hilje zijn en op het punt staan hem af te maken. Sjors laat niet veel los in de mail, behalve dat Robert hen misschien ook kon helpen.


37 dagen
De wereld ging in een waas voorbij Evelien. De bomen, de huizen, de straten, ze bestonden maar even en verdwenen dan weer uit het zicht als de bus er voorbij reed. Ze waren e maar even, net zoals iedereen maar even op deze planeet was. Zoals Bram er even was geweest.
Waarom?
Evelien had geen idee. Het hoe wist ze. Levi had haar zoon te pletter laten vallen. Deed het waarom er dan wel toe? Evelien had geen idee dat het allemaal slechts een geldkwestie was. Haar geld om precies te zijn.
Nee, wellicht deed dat er niet toe. Heeft een moeder immers niet altijd het recht haar zoon te wreken?

De zon stond laag aan de hemel. Spoedig zou het donker zijn. Maar Robin lette niet op de zon. Zij gedachten waren met andere dingen bezig. Zijn hand gleed soepel over de snaren. Keer op keer vond zijn linkerhand de perfecte greep in een fractie van een seconde. Soms leken ze wel onnavolgbaar voor een buitenstaander, maar Robin wist dat het slechts een kwestie van oefening was voordat een hand zich als een robotachtig iets de volgorde van de grepen afging. Toch was Robin verwonderd dat hij na een jaar nog steeds klanken uit zijn gitaar kreeg.
'Brokeback Mountain? Ik moet er toch niets achter zoeken?'
Elise kwam de kamer binnen. Nadat ze het hospitaal mocht verlaten waren ze naar haar huis gereden. Het eerste wat ze had gedaan was een douche genomen.
'Ik wou met iets simpel beginnen. Ben je klaar?'
De laatste toon op zijn gitaar vervloog in de verte.
'Ben je zeker dat we dit wel moeten doen? Ik weet dat dit belangrijk voor je is maar het is misschien te gevaarlijk.'
Robin keek Elise aan.
'We moeten dit doen Elise. We weten allebei dat we pas weer onszelf kunnen zijn als we weten wat er toen precies in die fabriek was gebeurd. Jij zegt dat je mij gelooft, maar alleen omdat een ander het je heeft gezegd. Ik wil dat je het zelf geloofd. Dat je in mij gelooft.'
'Ik geloof je Robin. Daarom ga ik met je mee. Waar jij ook maar heen wil.'

Het begon te schemeren toen Evelien de bus verliet en zo ontsnapte aan de waas van haar leven. Voor haar rees een grijs gebouw van slechts 1 verdieping op. Het was een ingetogen gebouw zonder versieringen en zonder fel kleurgebruik. Maar toch boezemde het ontzag in bij iedereen telkens dat die er langs liep. Bang dat ze in de nabije toekomst nog maar eens afscheid moesten nemen van een vriend of familielid in het mortuarium. Evelien wist niet goed wat ze hier kwam doen. Ze wist enkel dat ze moest voorkomen dat Hilje Levi's gemene grillen niet zou overleven. Vroeger zou ze niets voor Hilje's leven gegeven hebben. Maar de feiten spraken hem vrij. Hij had niets met de moord op Bram te maken. Hij was een slachtoffer. Maar nu? Moest Evelien werkelijk haar leven geven voor dat van Hilje? Ze keek nog een keer naar het huisnummer en vergeleek dat met dat op het mortuarium. Ze zat goed. Dit was het adres dat Sjors via mail aan Levi had gegeven. Hier zou iemand wonen die Levi kon helpen als hij nog eens iemand uit de weg moest ruimen. Bovendien kende die zogenaamde Robert Sjors ook. Misschien wist hij zelfs waar hij zat. Evelien moest Sjors vinden, want zo vond ze Hilje. Maar Evelien zou het niet braaf gaan vragen, daar kende ze deze soort van mensen veel te goed voor. Ze zou het van hem eisen.
Ze keek even om zich heen maar zag niemand rond haar heen. Snel liep ze naar de achterkant van het gebouw en zag al snel een achterdeur. Ze tastte eraan maar hij zat op slot. Ze had ook nooit geluk. Gelukkig kende Evelien het klappen van de zweep. Ze had een succesvol modehuis gesticht en dat had haar de nodige louche vaardigheden opgeleverd. Chantage en omkoping waren nu eenmaal troef in die branche.
Hierdoor vloog de achterdeur dan ook al snel open. Snel haastte Evelien zich naar binnen en verdween van deze wereld. De zachte, zwoele lucht van de eerste warmtefronten van deze lente hadden plaats gemaakt voor de kille steriele aanblik van metalen kasten en werktafels. De airconditioning deed hier duidelijk overuren. Evelien wandelde verder. Ze wou hier zo snel mogelijk weg. Gewoon de mail van Robert nakijken op een teken van Sjors, en misschien wat bezwarende dingen vinden. Ze stapte verder door de steriele kamer. Een wolkje witte damp ontsnapte toen ze een lijk op een van de metalen werktafels zag liggen. Natuurlijk was ze hierop voorbereid, maar toch leek het iets verschrikkelijks. Het had dan ook iets onnatuurlijk. Het lijk, ooit een vrouw, lag naakt op een van de metalen tafels. Haar haar was nog duidelijk nat. Ze was vast vandaag voor de allerlaatste keer gewassen. Evelien wist niet waarom maar ze wandelde verder richting het lijk. Nu pas merkte ze dat bijna op elke tafel een gedaante onder een wit laken lag. En in de verte hing zelfs een lijk bengelend vanaf het plafond. Het kon Evelien even niet schelen. Ze had alleen aandacht voor dit lijk. Haar ogen waren open en waren ooit heldergroen. Maar nu was er enkel een grauwgrijze waas over. Haar wangen waren ingevallen en haar ooit glanzend bruin haar was dof geworden. Toch was het niet de dood zelf die Evelien afschrok. Het was de diepe snee in de onderbuik die haar deed walgen. Toch liep ze verder. Evelien wist niet waarom. Waarschijnlijk omdat ze zoveel mogelijk troeven tegen Robert in handen wou hebben. Langzaam gleed haar blik naar de wonde. Er waren geen rozige organen, er waren zelfs geen darmen te ontwaren. Het hele lichaam leek wel leeggemaakt en enkel honderden witte ballonnetjes bleven over.
'Bingo'
Het woord kwam als een kleine zucht uit Evelien haar mond. Ze had wat ze zocht, iets waar ze Robert mee kon omkopen. Maar ze moest zeker zijn. Ze haalde met een metalen schaartje dat op de tafel lag 1 ballonnetje open en scheurde het stuk. Wit poeder viel op de tafel, cocaïne, net zoals ze dacht. Ze was een drugssmokkelaar op het spoor.
Plots hoorde ze 2 paar voetstappen die op haar afkwamen. Waar moest ze heen? Ze keek rond zich en kon maar een ding bedenken. Ze roofde een wit laken van een naburig lijk. In die korte blik kon ze zien dat ook deze ooit een diepe wond in zijn onderbuik had, maar dat deze nu netjes dichtgenaaid was. Veel tijd om erover na te denken had ze niet. Ze ging vlug op een propere ijzeren werktafel liggen en gooide het laken over zich heen. Doodstil lag ze op de kille tafel. Doodstil, hoe ironisch kon een woord zijn? Ze strekte zich languit en deed, om het volledig te maken, haar ogen dicht.

De zon was bijna onder en wierp een griezelige schaduw over het zo al donkergrijze gebouw. Elise keek even naar de zon. Het zou een spannende nacht worden. Daarna keek ze op haar horloge en zag dat ze nog een kwartier had. Ze was perfect op tijd.
'Hier is het, hier hielp Yannick Robert even. Nuja, totdat hij uitvond dat Robert drugs smokkelde.
Robin keek het gebouw aan. Hij was onder de indruk. Hier zou het eindigen. Hier en niet verder.
'En enig idee hoe we binnenraken?'
Elise keek hem aan en lachte mysterieus.
'Langs de achterdeur. Hier, vang.'
Elise gooide Robin een pistool toe.
'Je weet maar nooit wie of wat we tegenkomen.'
Elise liet snel zien dat ook zij een wapen had. Robin keek verbaast naar het metaal in zijn handen. Daarna besloot hij voor zichzelf dat hij geen baby moest zijn en stopte het wapen achter zijn broeksriem. Het was tijd voor de grote slag. Samen trokken ze langzaam rond het gebouw. Eenmaal aangekomen bij die achterdeur bleek die los te zijn. Robin was er niet rouwig om. Misschien was hij zelfs opgelucht dat hij niet echt ergens in moest inbreken. Maar als hij niet zo begaand was met zijn eigen emotionele toestand had hij misschien de verbazing in de ogen van Elise gezien.

Ze kropen langzaam door de deur en leken te verdwijnen in een surrealistische wereld. Overal waar Robin keek zag hij metalen werktafels. Hier en daar lagen er dikke stroperige rode plekken op de tafels. Robin hoopte zo hard dat zijn eerste ingeving over wat die substantie kon zijn fout was. Maar veel hoop had hij niet, ze zaten ten slotte in een mortuarium. Hier en daar lagen lijken uitgestald, al dan niet met een wit deken over zich heen om te ontsnappen aan hun starende blik. Robin was verontsteld, nog nooit was hij in zo'n ruimte geweest. Het grijze metaal blonk steriel in het licht van talloze TL lampen en de lucht rook vaag naar balsem.
Elise was echter niet aangedaan door de look van de kamer en manoeuvreerde zich als een lenige kat met getrokken pistool door het doolhof van tafels heen.
'Hierlangs! Yannick zei dat hij zijn zwarte boekhouding in een apart bureautje verborgen hield.'
Robin liep vlug achter haar aan. Hij had spijt van zijn beslissing om naar hier te komen. Maar Elise had hem zo gesteund en hem verzekerd dat het de juiste keuze was. Als ze konden bewijzen dat Robert drugs smokkelde en dat vroeger ook al deed in het radiatorbedrijf, dan was Robin zijn onschuld bewezen. Maar waarom moest die bewezen worden? Hij had alles gehad wat hij wou hebben. Onderdak, vrienden, zelfs een leuke vriendin. Ten minste, tot Elise kwam. Hij had nooit beseft dat hij nog lang niet over haar heen was.
Plots stopte Elise. Ze liet haar wapen hangen. Haar gezicht verharde, het leek wel alsof ze iets wou zeggen maar het niet over haar lippen kreeg. Robin volgde haar ogen en zag waardoor Elise abrupt verstijfd was. Daar hing een persoon, of wat er nog van overbleef, aan een paar kettingen aan het plafond. Bloed hing verkoekt over zijn hele lichaam. Robin wist niet wat hij ervan moest denken. Langzaam schuifelde hij wat passen verder, ook hij wist niet waarom. Maar plots kwam de vleesklomp tot leven. Robin sprong meters ver naar achteren toen het hoopje mens zijn hoofd een millimeter of 2 op wist te richten. Bloed doorlopen ogen keken hun aan.
'Elise.'
Wist hij te zeggen. Het kostte duidelijk veel van zijn krachten. Het was dan ook niet meer dan een emotieloze fluistering. Maar dat ene moment was wel genoeg om Robin met stomheid te slagen.
'Yannick? Ben jij dat?' Hij keek Elise niet begrijpend aan.
'Ik dacht dat hij dood was!'
Robin besefte dat het niet echt tactvol was om dat op dit moment met haar te bespreken, maar hij moest het gewoon begrijpen.
Elise deed echter geen moeite om hem een antwoord te geven. Toen ze zag dat Yannick een teken van leven had gegeven had ze een klein gilletje van euforie geslagen en was ze naar hem toe gerend.
'Yannick, hou vol. Ik haal je hier weg. Dat beloof ik je, ik heb het je toch altijd beloofd!'
Robin keek naar het bizarre schouwspel waarin Elise vlug een washandje nat maakte om Yannick te kunnen verzorgen. Al na enkele halen zat het hele ding onder het bloed.
'Hou vol Yannick, als Robert hier is kan ik je pas losmaken.'
'Robert? Ben jij van zin om op die maniak te gaan wachten?'
Robin verschoot van het feit dat zijn stem een octaaf gezakt was, maar dat kon hem niet schelen.
'Ik weet niet wat jij gaat doen Elise, maar ik ga nu die zwarte boekhouding zoeken en dan vertrek ik weer. Ik ben niet van zin om te wachten op Robert, helemaal niet!'
Robin maakte aanstalten om te vertrekken maar hij had nog geen stap gezet toen hij het akelige geluid hoorden van een haan die gespannen werd. Hij keek om en zag hoe Elise haar pistool op hem richtte. Haar ogen die nog geen minuut geleden vol tranen hadden gestaan toen ze gebiologeerd naar Yannick staarde waren verdwenen. Ze spuwden nu vuur en keken Robin als een havik aan.
'Na alles wat ik heb moeten doen om jou hier te krijgen Robin, ben ik niet van zin om je zomaar te laten gaan.'
Robin keek om zich heen. Wat moest hij doen. Hij tastte onhandig om zich heen en voelde het wapen in zijn broek. Zonder te beseffen wat hij deed trok hij het en in een vingervlugge beweging spande hij het en richtte het op Elise. Even was hij blij dat hij in het leger de nodige schietervaring had opgedaan. Elise leek echter niet onder de indruk.
Robin schuifelde zachtjes naar achteren. Hij hield het wapen op haar gericht.
'Wat krijgen we nu Robin? Sinds wanneer mag jij met grote mensen speeltjes spelen?'
Robin schuifelde meter per meter naar achteren.
'Als jij schiet ben je zelf ook dood Elise, ik ben hier weg!'
'Je kunt niet weg Robin, Robert is zo hier. Waarom wachten we niet samen op hem? Dan zal hij vast het een en het ander voor je verklaren.'
'Je liegt, Robert is hier niet. Dat zou je niet durven!'
'Lieg ik Robin?'
Elise glimlachte vaag.
'Waarom wachten we dan niet samen op hem, dan kunnen we zien wie liegt. Hij zal je afmaken Robin. Jou hoofd in de plaats van dat van Yannick.'
'Dus dat is het, je wil mij ruilen voor dat hoopje bloed daar. Maar zover laat ik het niet komen!'
Robin zijn vinger haalde de trekker over en onmiddellijk was er een knal te horen in de steriele ruimte. Een knal, niet meer dan dat.
'Denk je nu echt dat ik zo dom ben geweest om jou kogels te geven Robin? Jij hebt losse flodders in je wapen zitten. Jij bent immers nog altijd te klein om met het echte spul te mogen spelen. Vroeger kon je ook al niet met de grote wereld mee, waarom zou dat nu anders zijn? Waarom denk je dat ik zo vaak bij Yannick zat toen wij samen waren?'
Robin keek verbaast naar zijn wapen. Hij merkte zelfs niet hoe in nog een paar voetstappen de kamer binnenkwam.

Evelien hield haar ogen nog altijd stijf dicht. Ze beet op haar tanden. Even vreesde ze dat haar laken zou wegglijden toen iemand gevaarlijk dicht langs haar tafel stormde en een windvlaag achter zich aantrok.
'Elise! Schatje, je hebt een cadeautje bij voor me zie ik!'
Evelien kon enkel bedenken dat Robert binnen was gekomen zoals Elise had voorspeld. En dat betekende slecht nieuws voor Robin, wie hij ook mocht zijn. Maar ze had zichzelf voorgenomen om hem niet te redden als dat nodig moest zijn. Ze wou haar eigen leven niet nodeloos in gevaar brengen, niet nu ze Hilje moest waarschuwen.'

Elise keek Robert maar kort aan, daarna ging al haar aandacht weer naar Robin, die nog steeds naar zijn pistool zonder waarde staarde.
'Klaar voor de ruil Robert? Robin voor Yannick was de afspraak. Als ik hem naar hier zou brengen zou je Yannick laten gaan! Dat heb je beloofd!'
Robin keek nu echt kwaad.
'Heb ik daarom Marloes en Hilje laten vallen? Enkel en alleen maar zodat jij me kon uitleveren aan een of andere Jigsaw figuur?'
'Jigsaw hè?' Robert kwam steeds dichterbij. Hij had geen wapen, zijn zelfvertrouwen was alles wat hij nodig had. 'Ik zie dat Elise je al het een en het ander over mij heeft verklapt. Elise toch, je weet toch dat ik me altijd zelf wil voorstellen aan onze gasten.'
Robin richtte zijn wapen nu afwisselend op Robert en Elise. Hij weigerde te aanvaarden dat alles zo maar over was.
'Dus Robin,' begon Robert, 'Weet je hoeveel moeite ik heb gedaan om jou te vinden?'
Robin keek hem niet begrijpend aan.
'Heeft Elise het dan niet verteld? Nadat de politie een inval wou plannen in ons oude gezellige radiator fabriekje heb ik alles de fik in laten gaan om voor een dekmantel te zorgen. Daarna en ik opnieuw begonnen, hier, in mijn eigen drugsbedrijfje! Er was maar 1 probleem Robin. Er waren wat losse draadjes. En ik hou niet van losse draadjes. Dus ik speurde iedereen op die ooit iets van de drugs kon vermoeden. Joost, Mathias, God hebben hun zien... Joost en Mathias waren makkelijke doelen, maar voor jou Robin. Met jou had ik meer moeite. Gelukkig was Elise zo vriendelijk om dat klusje voor mij te doen als ik beloofde het leven van Yannick te sparen. Maar ik zal je een geheimpje vertellen Robin, ik kom mijn beloftes bijna nooit aan.'
Robin zag de ogen van Elise fel oplichten, maar het was te laat. Vanuit het niets trok Robert een wapen dat in een schouderholster zat en knalde dwars door Elise haar vooruit. De verbazing stond nog steeds in haar ogen te lezen toen ze dood neerviel op de grond.
'En nu jij nog Robin, en dan ben ik de enige die weet heeft van dit bedrijfje.'
Maar Robin had niet op die woorden gewacht. Om een of andere reden had hij instinctief gehandeld en was hij weggedoken achter een tafel.
'Komaan, Robin, ik heb geen zin in spelletjes!'
Robert legde opnieuw aan en vuurde. Maar Robin was weer als een kat weggesprongen. De kogel boorde zich in de tegel waar zonet zijn hand nog op had gestaan. Robin wist dat hij iets moest doen. Weer sprong hij door de lucht terwijl er een kogel werd afgevuurd. Robin zocht dekking achter het bewusteloze lijf van Yannick. De kogel trof Yannick in zijn borstkas en bleef steken op zijn achterste ribben, waardoor Robin gespaard bleef van een impact. Robin hield het levenloze lijk nu stevig vast, als een stevig schild. Robert zat daar echter niets mee in en stapte geduldig in een cirkel rond het lijk. Robin bleef Yannick als schild gebruiken en draaide langzaam mee met Robert, beiden leken ze eeuwige rondjes te draaien.
'Je kan je niet eeuwig verstoppen Robin. Ik pak je vroeg of laat.'
Robin wist dat hij gelijk had, hij moest iets doen. Hij keek naar de deur, die onnatuurlijk ver leek. Zou hij durven? Hij wist dat hij geen keuze had.
Robin sprong vanachter het lijk uit en dook over een tafel heen. Tegelijkertijd hoorde hij een onnatuurlijke schreeuw die niet van hem of Robert was. Maar toch hoorde hij nog duidelijk de kogel die afgevuurd werd. Robin schoof over de metalen tafel toen hij zag hoe de tl buis boven zijn hoofd uit elkaar spatte. Hij keek om en zag Robert op de grond liggen. Een meisje met lange blonde haren had een van de tafels, die op wieltjes stonden, tegen Robert aangeramd. Nu begreep Robin waarom Robert hem gemist had. Maar veel tijd om te bekomen had hij niet want het meisje greep het pistool van Robert en richtte het op hem.
'Weet jij waar Hilje zit!' Haar stem was onnatuurlijk luid en had een akelige toon.
'Wie ben jij?' vroeg Robin bang.
'Ik stel de vragen! Ken jij Hilje?'
'Hij is... was een vriend van mij! Ja ik ken hem! Wie ben jij nu!'
'Iemand die ervoor moet zorgen dat ene Sjors hem niet vermoord.'
'Sjors? Hoe bedoel je Sjors, hij staat aan onze kant!'
'Dat staat hij niet sukkel, zie je nu waarom ik hem moet vinden, ook Hilje is zo naïef om te geloven dat Sjors een grote held is.'
Evelien spuwde een lok uit haar mond. Ze had geen tijd voor deze flauwekul.
Robin werd lijkbleek. Hij had zijn beste vriend verraden door met iemand mee te gaan die hem naar een slachtbank had geleid en had hem bovendien nog eens achtergelaten met iemand die ingehuurd was door Levi.
'We moeten hem waarschuwen!'
'Weet jij waar hij is dan?'
'Nee,' moest Robin toegeven, 'Maar ik weet wel waar hij over 6 dagen zal zijn.'

31 dagen
De lucht was opvallend helder. Er was geen wolkje aan de lucht. Het was een perfecte lentedag. Marloes zat voor het venster. Ze merkte de lichte lentebries niet die de bomen sloom heen en weer lieten waaien. Ze merkte niet dat er geen vuiltje aan de lucht was. Ze merkte de spelende kinderen niet. Toch keek ze naar buiten, enkel het glas scheidde haar van de buitenwereld, maar diep in zichzelf wist ze dat er veel meer nodig was dan een gat in het glas om van de zon te kunnen genieten. Ze trok haar benen nog wat hoger op en omringde ze liefdevol met haar handen, zodat ze haar hoofd in haar schoot kon begraven. Sinds ze bij Sjors was ingetrokken had ze amper nog geslapen. En als ze sliep zag ze Robin voor haar. Ze had nooit beseft hoeveel ze voor hem had gegeven, en nu was zij hem kwijt.
Ze merkte zelfs niet dat Hilje zachtjes over haar schouders leunde.
'Kom meisje, het is tijd. Zo meteen missen we Yolanda nog.'
Marloes stond onmiddellijk op. Ze wist niet waarom ze haar leven op het spel ging zetten. Misschien omdat ze de zin in het leven had verloren. Misschien omdat ze diep in zichzelf wist wat er op het spel stond. Misschien was het gewoon een poging Robin te vergeten. Hilje hielp Marloes de wagen in waarna hij zichzelf in de passagiersstoel liet vallen. Sjors reed onmiddellijk weg, op weg om Yolanda uit te breken. Hilje, noch Marloes, wisten wat de echte plannen van Sjors waren: Hen allemaal afmaken.

Volgende keer in HUNTED:
The Truth About Lying - part 2
Sjors, Marloes en Hilje voeren hun plan uit om Yolanda uit te breken. Maar niets lijkt te gaan zoals het gepland was. Robin en Evelien doen alles wat in hun kunne ligt om hen nog op tijd te bereiken, maar zij zijn niet de enige die op zoek zijn naar dit trio...