Nieuws:

Vergeet niet te stemmen op de vraag van de week!

Hoofdmenu

Chapter 7: Firestarter

Gestart door poltergeist, juli 27, 2008, 13:06:52 PM

Vorige topic - Volgende topic

poltergeist

Previously on Hunted
Robin wordt ontslagen omdat men hem verdenkt van brandstichting. Ook zijn vriendin, Elise, ziet hem niet meer zitten en maakt het uit. Vastbesloten om zijn gelijk te halen gaat hij op zoek naar de enige die hem kan helpen. Hilje.
Yolanda vermoordt Martin en Luc. Maarten, de broer van Luc, is echter vastberaden die dood te wreken.


100 dagen
Robin keek nog een laatste keer om naar zijn geliefde kazerne. Hij was net uit het leger gezet en vreemd genoeg vond hij dat erg. Hij zag er wel elke dag af maar toch had hij er nieuwe mensen leren kennen. Hij zou ze nooit vergeten. Martijn, en zelfs Hilje zou hij voor altijd koesteren. Hij zou ze nooit kunnen vergeten, hoe zou hij ooit Hilje kunnen vergeten? Zijn spel was immers nog maar pas begonnen.

'Wat zijn de problemen?' vroeg Robin terwijl hij zijn gereedschapskist op de roestige ijzeren tafel smeet.
'De radiator in de donkere kamer, ik ontwikkel foto's zie je. Maar de laatste tijd mislukken ze altijd, en ik denk dat het aan de radiator ligt.'
Het was een man van rond de 27 die antwoord gaf. Hij had overduidelijk een voorliefde voor veel te grote zonnebrillen, hoewel het nog maar net zomer was. Robin volgde de man naar een kamer die duidelijk bedoelt was om foto's te ontwikkelen. Robin keek er vluchtig door maar ontdekte toen al de obsessie van deze man. Het was een vrouw, hoe kon het ook anders, een vrouw met lang blond haar. Ze lachte hem toe vanaf elke foto.
'Ik dacht dat Robert zou komen.' Zei de man alsof het doodnormaal was om honderden foto's van 1 persoon als behangpapier te gebruiken.
'We hebben van shift gewisseld, problemen thuis, je kent dat wel. Ik ben Robin trouwens. Misschien wordt dit wel mijn laatste klusje, het bedrijf heeft moeilijkheden zie je. Had je nog even gewacht dan had ik er nog iets kunnen afdoen wegens korting door uitverkoop.' Zei Robin die nog steeds gebiologeerd was door de duizenden foto's.
'Hilje' antwoordde de man terwijl hij zijn hand uitstak, Robin had het echter te druk met de foto's om dat op te merken.

Robin schoot wakker uit zijn dagdroom. Hij keek door het raam van de bus en ontdekte tot zijn ontzetting dat hij zijn halte had gemist en nu op weg was naar Lommel, waar dat ook mocht wezen. Robin had deze dagdroom al vaker gehad, het liet hem al jaren niet meer los. Hij wist perfect hoe het verder zou gaan, maar hij wou er gewoon niet aan denken.

97 dagen
'Gods wegen zijn ondoorgrondelijk, maar laat je daardoor niet afleiden. God heeft altijd een plan voor ons, al is het nog zo bizar en kunnen wij het niet vatten. Laat dit een troost zijn in jullie verlies om Luc. Wees ervan overtuigd dat God een groter plan had, dat God niemand verlaat en dat Hij klaarstaat voor iedereen. We moeten de dood dan ook niet vrezen en het voorbeeld van Jezus volgen die de dood recht in de ogen keek. Hij vreesde zijn lot niet, hij wist immers dat allen van ons van stof zijn gemaakt, en dat we tot stof zullen wederkeren.'
Maarten rukte zijn blik los van de witte kist waarop 14 gele lelies lagen. Luc was nog maar 3 dagen dood en toch leek het al een eeuwigheid. Hoe moest hij nu verder gaan? De rest van de kerkdienst besteedde Maarten met het bestuderen van een engel die hem vanaf een muur aanstaarde. Hij kon het niet langer aan om naar de kist te kijken, het stenen beeld van de engel leek hem te troosten.
Woede kolkte in hem op toen Maarten aan de schuldige dacht. Een daad die gewroken moest worden. Hij merkte nauwelijks hoe de pastoor op exact hetzelfde tijdstip zei:
'En God vergeeft al uw schulden, zolang ook wij vergeven aan onze schuldenaren.'

Robin zette zijn gereedschapskist in het magazijn toen hij de knal hoorde. Hij keek verschrikt op, op zoek naar de oorsprong van het geluid. Robin keek verbaast toe terwijl Yannick langs hem doorschoot. Robin was er echter zeker van dat de knal van de andere kant kwam en ging in de tegenovergestelde richting kijken. Terwijl hij zijn weg deed door de fabriek begonnen er steeds meer alarmen af te gaan. En overal knipperde lichtjes. Hij smeet een deur links van hem open en stapte in een vlaag van water. De sproeiers in het plafond waren geactiveerd en gaven Robin een douche. Die douche was echter niet goed genoeg om het immense vuur voor hem te doven. Heel de boekhoudafdeling stond in lichterlaaie. Plots drong de geur van benzine tot hem door, wat verklaarde waarom de vlammen niet uitgingen door het water. Wat had het bedrijf te verbergen waardoor ze bereid waren om heel hun boekhoudafdeling af te laten branden? Robin wist het niet, hij kon enkel roerloos naar de vlammenzee kijken. Uiteindelijk draaide hij zich om en stond hij oog in oog met Mathias, zijn baas. In zijn blik kon Robin zien wat hij dacht, zijn maag leek wel kilometers te zakken. Mathias was er blijkbaar al van overtuigd dat Robin verantwoordelijk was voor de vuurzee.

Robin schrok wakker, badend in zweet. Langzaam herkende hij zijn slaapkamer als die waar hij was opgegroeid en herrinerde hij zich dat hij even bij zijn moeder logeerde. Hij moest eerst even een paar dingen op een rijtje zetten voordat hij aan het echte werk begon.

96 dagen
'Van Baal.'
Yolanda staarde naar de muur. Ze bestudeerde elke groef in elke baksteen. Ze had niet eens met haar ogen geknipperd toen het hek ratelend open was gegleden.
'Van Baal!' Brulde nu de stem van een forse vrouwelijke cipier. 'Je hebt bezoek.'
Yolanda knipperde even met haar ogen maar bleef vastbesloten naar de muur kijken.
'Wie?' vroeg ze uiteindelijk.
'Ene Maarten Verswavelt.'
Nu keek Yolanda haar bewaakster wel verbaast aan. Uiteindelijk stond ze op en liep ze richting de deur.
'Wel dit gaat leuk worden...' zei ze net hard genoeg zodat haar bewaakster raar opkeek.


'Sorry Myra, je bent een leuke meid, maar we moeten aan het spel denken. En jij speelt het spel niet. Ik denk dan ook dat het het beste is als jij de expeditie verlaat.'

'Wat een sukkel is die Sith toch!' schreeuwde Robin meer tegen zichzelf dan tegen iemand anders. Zijn moeder was al een uur naar bed en Robin had zich dan maar met een krat bier voor de TV teruggetrokken. Hij wist wel wat hij moest doen, maar hij stelde het nog even uit. Na dit flesje zou hij wel beginnen. Of misschien na het flesje daarna. Moest hij het wel doen? Zou hij zijn beste vriend kunnen verraden? Misschien was het beter als hij wachtte tot de volgende dag, als hij weer nuchter was.
Terwijl Sith luid jankend door Evi werd weggebracht klom Robin uit zijn stoel. Bij de telefoon bleef hij even staan. Als hij dan toch alles ging vergooien kon het geen kwaad om een laatste telefoontje te doen.

'Elise, jij bent echt het beste wat me ooit is overkomen.' Elise voelde hoe hij haar extra stevig knuffelde. Het was een zware avond geweest en daardoor lagen ze beiden doodop in bed, hopeloos in elkaar verstrengeld. Elise kon enkel glimlachen waarna ze hem snel een kusje gaf. Net toen ze iets lief had gevonden om terug te zeggen rinkelde beneden de telefoon.
'Je moeder heeft ook altijd een uitstekende timing.' Zei de man die aanstalten maken om uit bed te kruipen.
'Laat haar maar rinkelen.' Zei Elise en ze knuffelde hem extra stevig om haar zin kracht bij te zetten. Hij leek even te twijfelen aar sprong toen toch uit bed.
'Ik ga wel vlug even, ik wil niet dat je schoonmoeder niet nog meer tegen me hebben. Je weet hoe kwaad ze op me is.' Hij kuste Elise nog even vlug en probeerde zijn boxer aan te doen terwijl hij naar de deur liep. Elise keek hem verwijtend aan.
'Wat?' Zei de man. 'Dit is men kans om het terug een beetje goed te maken, je zag zelf hoe kwaad ze was.'
Terwijl hij de kamer verliet kon Elise het niet laten om hem na te schreeuwen.
'Wat zou jij gedaan hebben als je iemand in je gloednieuwe auto had betrapt? Je weet hoe erg ze de roddels van de buren vreest!'
Maar de man luisterde niet, hij daverde de trap af en nam de telefoon op.
'Met Yannick.' Zei de man terwijl hij zich uitgeput in de zetel liet vallen. Als dit over was zou hij vlug een gini drinken zodat hij klaar was voor nog een lange zware nacht.


'Maarten!' zei Yolanda vrolijk enthousiast toen ze de bezoekersruimte binnenkwam. Ze haatte deze ruimte. Alle stoelen en tafels waren vast gelast aan de grond zodat je er onmogelijk mee kon gaan gooien, tenzij je een soort van supervrouw was.
'Jij bent eerlijk gezegd de laatste die ik hier verwacht had, hoe is het met je broertje?'
Ze plofte tegenover hem neer op een blauw plastic stoeltje dat als een soort paddestoel uit de vloer oprees.
'Wel, je zal vast blij zijn om te horen dat hij dood is.' Zei Maarten terwijl hij Yolanda aankeek. Ze was veranderd sinds hij haar voor het laatst had gezien in de rechtszaal. Haar ogen lagen dieper in haar kassen en haar wangen waren iets ingevallen. Haar blonde haar schitterde nog altijd in het licht en was nog even lang als de vorige keer. Ze stond opvallend goed in haar blauwe gevangenenuniform, hoewel hij die gedachte onmiddellijk uit zijn gedachten bande.
Hij had verwacht dat Yolanda vals naar hem zou glimlachen, maar tot zijn verbazing schrompelde ze bijna ineen. Het nieuws van de dood van Luc scheen haar meer te doen dan dat Maarten had verwacht.
'Is hij..' begon ze. 'Is hij dood? Het spijt me Maarten, dat was echt de bedoeling niet! Ik dacht dat ik achter Hilje aanzat. Martin had me opgeroepen over de radio om naar het huis van Hilje te komen. Toen ik daar aankwam zag ik hem daar dood liggen. En toen zag ik iemand wegrennen en ik dacht dat het Hilje was, ik deed wat ik kon en ik kon nog net een dolk wegritsen en zette de achtervolging in.'
Ze begon nu echt te wenen, en al snikkend vervolgde ze.
'En toen zag ik hem op jou afstormen, ik was ervan overtuigd dat hij je ging vermoorden, net zoals hij met Martin had gedaan en toen smeet ik de dolk in hem. O Maarten, het spijt me zo. Maar hoe kon ik het weten? Hilje was hem vast gesmeerd toen Luc hem betrapte en net toen kwam ik binnen.'
Yolanda's ogen zagen nu echt rood en tranen glipten langs haar wangen naar beneden.
'Als Hilje er niet was... Als hij Martin niet had vermoord. Dan zou alles anders zijn. Dan zou je broer nog leven, en dan zou ik hier niet zitten.'
Maarten kon het niet langer aan. 'Je hebt Luc vermoord! En Martin ook! Ik zag je veroordeling op het nieuws.'
'Jij werkt duidelijk niet voor de overheid hè? Ze moesten een schuldige hebben, ze konden toch onmogelijk zeggen dat de politie een voortvluchtige liet ontsnappen terwijl er twee politiemannen op nog geen 5 meter van hem afstonden? Nee, ze gaven mij alle schuld en staken alles in de doofpot. Zo werkt het hier. Ze geven alles om maar genoeg stemmen te halen in hun volgende verkiezingen. Ik ben alleen veroordeeld omdat ik die dolk smeet, waarom denk je dat ik er zo licht vanaf kwam? Natuurlijk is dat de officiële versie niet!' zei ze toen ze het verbaasde gezicht van Maarten zag die op het punt stond te protesteren, 'Maar zo is het wel, het is allemaal de domme schuld van Hilje! In feite heeft Hilje je broer vermoord.'
Maarten kon haar enkel aanstaren, hij wist niet wat hij moest geloven. Natuurlijk zou het goed doen om iemand echt te kunnen straffen. Yolanda zou hij niets kunnen maken, die zat veilig achter slot en grendel. Maar Hilje liep nog vrij rond. En nu hij er goed over nadacht was eigenlijk alles de schuld van Hilje. Hilje had Bram vermoord, waarom zou hij dan ook Martin niet vermoord hebben?
Uiteindelijk stond Maarten op en liep zonder een woord te zeggen weg.
Yolanda stond ook op en terwijl ze terug naar haar cel liep kon ze het niet laten om te glimlachen. Ze had het zaadje gepland, en dat zou spoedig weldra groeien. Ze had Maarten een kans gegeven om iemand te straffen. Met een beetje geluk zou hij erin slagen en zou de laatste persoon die Levi had kunnen bedreigen verdwijnen. Dan was zij de enige persoon op aarde die werkelijk wist hoe het met Bram zat.

'Yannick?' Zei een duidelijk verbaasde mannenstem aan de andere kant van de lijn. 'Ik dacht dat ik Elise had...' Aan de pijnlijke stilte die zo abrupt was begonnen kon Yannick opmerken dat de persoon aan de andere kant doorhad dat hij nu een koppel was met Elise.
'Robin? Ben jij dat? Waar zit je jongen? Ik heb al in geen eeuwen nog iets van je gehoord!' Yannick hoopte dat zijn stem niet al te gemaakt vrolijk klonk.
'Dus jij bent nu met Elise?' vroeg Robin.
'Robin...' begon Yannick. 'Ach, je weet hoe dat gaat Robin. Ze bleef maar om jou treuren en ik was daarom haar op te vangen. Je weet niet hoe lastig alles voor haar was.'
'Nee dat is wel ok.' Zei Robin duidelijk afwezig alsof hij van zijn stuk was gebracht, wat waarschijnlijk ook het geval was. Robin had immers net beseft wie hij de vorige keer bij Elise thuis had gehoord toen hij daar langs was gegaan.
'Yannick luister...' Maar het bleef verdacht stil. Robin durfde de volgende woorden niet uitspreken, het zou zijn beslissing zo definitief maken. Uiteindelijk raapte hij al zijn moed bijeen en zei:
'Yannick, wil je Elise zeggen dat ik weg ga? Naar het buitenland bedoel ik dan. Een soort van wereldreis om er terug bovenop te komen. Nuja, dan weet ze waar ik zit mocht ze me nodig hebben.'
Yannick hoorde duidelijk de treurige ondertoon in zijn stem.
'Robin jongen, het spijt me van alles. Het spijt me dat het mis ging tussen jou en Elise maar ook jij moet toegeven dat het niet meer goed kan komen tussen jullie. Je moet haar loslaten Robin. Je moet opnieuw beginnen. Misschien is zo'n wereldreis wel een goed idee. Naar waar ga je?'
'Naar Colombia, maar je zegt het haar?' Het was duidelijk dat Robin niet al te lang bij zijn wereldreis wou stilstaan.
'Ik beloof het. En sorry voor wat ze je hebben aangedaan jongen. Het had echt zo ver niet moeten komen.'
Maar Robin had al ingehaakt. Pas twee gini's en 1 nieuwsbulletin had Yannick de moed om terug naar boven te gaan.
'Weer zo'n onnozele enquête' zei hij toen hij in bed sprong.
'Zo zo,' zei Elise, 'Heb jij me zolang laten wachten voor een domme enquête?' Elise keek hem verwijtend maar met een glimlach aan.
'Ik weet dat het stout was,' zei Yannick uiteindelijk, 'Maar ik zal het direct terug goedmaken.' Hij draaide zich op haar en begon haar te knuffelen. Niet veel later zou zijn boxer weer op zijn oorspronkelijke plaats belanden.


95 dagen
'Hallo met Levi!'
Levi deed zijn hoofd achterover en goot de laatste druppel whisky in zijn glas in zijn mond. Zijn dag kon vandaag al niet meer stuk. En hij stond op het punt alleen maar beter te worden.
'Levi?' Zij een stem aan de andere kant van de telefoon.
'Dat ben ik!' zei Levi. Hij was al lang niet meer zo vrolijk geweest.
'Levi, sorry dat ik je stoor maar weet jij misschien waar Hilje uithangt? Ik wil achter hem aan.'
'Wie ben je en waarom zou ik dat zeggen?'
Levi ging rechtzitten, zijn geluk kon bijna niet op. De man aan de andere kant van de lijn had duidelijk nog niet veel begrepen van tactische gesprekken. Hij ging recht op zijn doel af. Zo iemand kon Levi misschien nog wel gebruiken.
'Ik ben Maarten,' zei de stem, 'En Hilje heeft zegmaar mijn broer vermoord. Ik wil me wreken Levi, dat snap je toch.'
'Een wreker! Dat is altijd een sterk motief mijn jongen. Weet je wat. Als je zin hebt in een ritje naar Colombia mag je altijd langskomen. Ik weet namelijk precies waar Hilje zit.'
Na een tiental minuten legde Levi de telefoon neer. Zijn dag was gewoonweg hemels. Hij had er weer een rekruut bij. Hij zette zijn glas neer en keek naar de andere kant van zijn bureau waar een jongen stond die deze morgen binnen was gekomen. Levi had hem nog bijna weggestuurt, maar toen hij hoorde wat hij te vertellen had was zijn dag er een stuk beter op geworden.
'Wel Robin, blijkbaar krijg je nog meer gezelschap op weg naar Colombia.'

Volgende keer in HUNTED

Chapter 8: The kindness of strangers.
Terwijl Levi plannen maakt om voor eens en voor altijd af te rekenen met Hilje vertrekt die laatste naar Colombia. Marloes en Jorg ontdekken een nieuwe kans op ontsnapping en Sjors zal zijn intrede doen in dit verhaal.

Ulysses

MOGE JE LOT GELIJK ZIJN AAN DIE VAN DE PARELDUIKSTER POLT! >:(
"If God is watching us, the least we can do is be entertaining."


hillo