Nieuws:

Vergeet niet te stemmen op de vraag van de week!

Hoofdmenu

Chapter 10: Goodnight Saigon - part 1

Gestart door poltergeist, september 05, 2008, 12:37:20 PM

Vorige topic - Volgende topic

poltergeist

Hunted

Previously on Hunted
Maarten staat op het punt om Hilje neer te schieten uit wraak.  Evelien krijgt argwaan als Levi verdachte pakjes uit de gevangenis krijgt en wil weten wat aan de hand is. De rebellen willen het leger aanvallen en Marloes en jorg beseffen dat ze vlug moeten handelen als ze ooit gered willen worden.

seizoensfinale

85 dagen
Mensen zijn vreemden van elkaar, niemand let op hen terwijl ze in de tegenovergestelde richting over de straat kuieren. Ze hebben elk hun eigen zorgen, hun eigen zonden. We gunnen ze een blik die hoogstens blijft hangen als we een gezicht herkennen of als ze bijzonder zijn. Misschien is het daarom wel dat niemand Christien opmerkte in haar jurk met bloemmotief. Ze draafde op haar hoge hakken door een gezellige straat vol met terrasjes. De zon ging al bijna onder en de eerste zingende mensen begonnen al op te dagen. Sommigen keken haar aan, sommigen voor haar uitstraling, andere wegens de nijdige blik op haar gezicht, die versterkt werd door haar zwarte oogschaduw.
Ze liep haastig over de grijze klinkers, haar handtas zwaaide gevaarlijk dicht langs verschillende gevulde glazen op tafeltjes.
'He jij daar!'
De man voor haar keek op, maar ze hield niet in. Ze stormde op de man af. De nijdige blik in haar ogen vervaagde en maakte plaats voor pure rancune. Dit was de man. Ze herkende zijn zwart achterover gekamde haar, zijn brilletje in een belachelijk montuur en zijn dure pak dat hij droeg. Hij leek haar echter niet te herkennen, wat ze ook niet verwacht had.
'Wat moet jij pokke...'
Maar Christien was sneller en voor hij zijn zin kon afmaken kwam de handtas, die zoals elke handtas goed gevuld was met allerlei onnodige spullen, met een smak neer op de kaak van de man. Het hoofd van de man werd naar achter geslingerd terwijl er bloed uit zijn mond droop.
De man wreef over zijn pijnlijke kaak terwijl hij Christien beter bestudeerde. Aan de schijn ervan kon Christien zien dat hij haar eindelijk weer herkende.
'Dat is voor wat je met Joost hebt gedaan klootzak!'
Ze draaide zich om en beende snel verder op haar hoge hakjes. Ze hield haar opengeslagen handtas dicht bij haar. Daarin verborg ze een bus haarlak, die ze met haar andere hand vasthield, voor het geval de man achter haar aan kwam. Dat was echter niet het geval.

'Zozo Hilje.' Zei Maarten die zich over Hilje boog die half bewusteloos in het gras lag. 'We treffen elkaar eindelijk weer. En nu ga ik je geven wat je verdient.'
Hilje keek de man aan maar hij was te versuft om iets te doen. Zijn oren zaten nog dicht van de knal en steeds weer speelde er een filmpje in zijn hoofd af waarin Martijn steeds weer aan stukken werd geblazen. Maarten richtte het geweer op hem, er was geen enkele kans dat hij dit schot zou missen. Hilje bevroor, hij kon zelfs zijn ogen niet sluiten. Hij hoorde het schot voordat hij het voelde.
Maar de pijn bleef uit. Hij kon enkel naar Maarten staren, wiens uitdrukking waarschijnlijk de zijne weerspiegelde, pure verbijstering. Het volgende moment zag Hilje de steeds groter wordende rode vlek die op Maarten zijn borstkas zat. Wat was er gebeurt? Was de kogel langs de verkeerde kant van het wapen gekomen? Maarten ging door zijn knieën, en het volgende moment viel hij helemaal om, hij landde op de borstkas van Hilje. Zijn lege ogen staarden direct in de zijne. De lichtjes van pure woede en wraak die zonet in zijn ogen fonkelden waren vervaagd en hadden plaatsgemaakt voor een kille lege blik. Maarten was dood, maar hoe?
Hilje keek naar het dode lichaam van Maarten en kon wel gillen. Maar hij was nog steeds bevroren van pure paniek. Maarten, Martijn allebei waren ze dood. Zou hij de volgende zijn?
Hilje keek weer naar de plek waar Maarten zonet had gestaan en zag er tot zijn verbazing een andere man staan. Hij hield zijn wapen op Hilje gericht. Maar deze man had geen woedende blik in zijn ogen. Deze man had iets vriendelijks, iets beschaafd. Hij leek deze man wel van ergens anders te kennen.Hilje knipperde met zijn ogen.

'Robin?' Maar zijn stem was enkel een gorgelend gefluister. Het was nu allemaal duidelijk voor Hilje, Robin had Maarten vermoord met zijn pistool. Robin had hem gered. Verbaasd bleef Hilje hem aankijken. Nog steeds kon hij geen woord uitbrengen. Uiteindelijk liet hij zich languit achterover vallen in het gras en begon hij te lachen. Hij kon het gras ruiken, hij proefde de drukkende hitte van de jungle. Hij leefde! Hij kon zijn lach niet onderdrukken. Een maniakaal gelach klonk op vanuit de open plek van de jungle. Ver weg van enige bescherming, maar toch had Hilje die gevonden.
'Ik ben ook blij om jou terug te zien hoor, je moet me vooral niet bedanken omdat ik zonet weeral je leven redde.'
Robin stopte zijn pistool weg en stak zijn hand uit naar Hilje om hem weer op de been te krijgen. Toen Hilje eindelijk weer overeind kwam vloog hij rond Robin, zijn beschermengel.
'Maar hoe...' Maar Hilje hoefde zijn vraag niet af te maken. Zijn brein, dat eindelijk weer begon te werken, had hem al het antwoord gegeven. Even werd hij meegesleurd in de tijd. Het leek al zo lang geleden, maar in feite hadden ze nog maar net afscheid genomen.

16 dagen geleden
Het warme water stroomde over Hiljes lichaam. Hij had hier zo naar verlangd, hij had zich al zo lang tevreden moeten stellen met koud water. Maar nu konden de manschappen nog eens volwaardig douchen, omdat ze voor de eerste keer allen, zelfs Martijn die tot nu toe de traagste rekruut van hen allen was, de finish hadden gehaald. Hij wreef over zijn hoofd en voelde hoe zijn haar stilaan begon terug te groeien. Morgen zou hij het wel weer kort scheren, nu had hij geen tijd. Hij genoot met volle teugen van het water.
'Levi!'
Hilje opende zijn ogen, toen hij zich omdraaide zag hij hoe Robin naar hem kwam.
'Ja jij daar, ik heb je wat te zeggen!' Robin ging pal voor Hilje staan, met enkel een paar centimeters tussen hen in. Hij keek Hilje nijdig aan zijn ogen te zien was het duidelijk menens.
'Robin, kan dit niet op een andere plek? Dit is niet het geschikte moment, ik ben aan het douchen!'
'Dit is precies de juiste plek!' zei Robin woedend.
'Jij bent dan ook de man die een handdoek rond zich heeft, en stop met me zo aan te kijken!'
'Doe niet zo dom, Levi' Dat laatste kwam er zo sarcastisch uit dat Hilje hem angstvallig aankeek.
Robin leek het echter niet op te merken en vervolgde zijn zin.
'Zeker nu niet. Ik weet wie je bent. Ik wist het toen ik merkte dat je haar bruin was, niet blond zoals die nacht op de brug. Ik precies wie je bent Hilje Verheyen.'

Hilje keek Robin verbaast aan.
'Maar hoe?'
'Ik ken je Hilje, ik ken je door en door. Ik ken je omdat ik ooit een radiator bij je kwam herstellen. Ik herken je omdat ik weken naar je op zoek ben geweest. Omdat jij de enige was die mijn onschuld kon bewijzen. En net toen ik je had, net toen alles in orde leek te komen herkende ik je niet. Maar die tijd is over Hilje.'
Robin leek vuur te spuwen, maar Hilje kon zich niet inhouden, het gelukzalige gevoel van warm water was volledig verdwenen.
'Sorry hoor dat ik me niet even heb voorgesteld toen ik je gered heb van die brug! En je moet me vooral niet bedanken omdat ik je leven heb gered want als ik het zo bekijk had ik je beter kunnen laten springen! Maar nee, ik had je vast alles moeten vertellen zodat jij me naar de politie kon slepen en jij mooi verder kon met je kleine onschuldige leventje. Jij bent niet door het hele land opgejaagd voor een moord die je niet eens pleegde!'
Er heerste een dodelijke stilte, geen van beide had opgemerkt hoe alle andere mannen hen nu stonden aan te staren.
Hilje stapte uit zijn douchecel, greep een handdoek en stormde naar buiten.

Hilje wist niet meer precies wat er toen gebeurd was. Hij wist wel dat hij en Robin later die dag een plan hadden beraamd dat hun beiden zou helpen. Robin kwam met het plan om drugs in zijn bed te verstoppen, zodat hij een goed motief om wraak te willen nemen op Hilje. Een motief dat Levi zou geloven. Als Robin dan bij Levi zou aankloppen zou die hem met open armen ontvangen. En misschien kon Robin er zo wel achterkomen waar Levi het bewijsmateriaal van de moord op Bram had gelaten, waarvan iedereen dacht dat Hilje die had gepleegd. Robin had daarvoor wel aan Levi moeten vertellen waar Hilje was, om zijn geloofwaardigheid niet te verliezen. Uiteindelijk had Levi Robin vertrouwd. Hij vertelde Robin over hoe Yolanda de foto's had die Levi op de nacht van de moord had gemaakt. Hij had Robin ook verteld dat Yolanda vastzat in de gevangenis en dat het bijna zeker was dat ze haar enige hefboom niet zomaar zou weggeven.
Maar nu waren Robin en Hilje weer herenigd. Nu wisten ze waar ze moesten zoeken om Hilje zijn naam te zuiveren. En als dat eenmaal gebeurd was zou niets Hilje nog tegenhouden om ervoor te zorgen dat ook Robins naam werd gezuiverd. Misschien zou zelfs Elise hem dan vergeven en zou dit hele gebeuren een zeer nare droom zijn geweest.
Tot zover ging het plan dus goed. Maar er was nog een lange weg te gaan.

85 dagen
Het leven is een keten van mooie herinneringen die ons langzaam maar zeker begeleid naar de dood. Voor zwakke schakels of nare herinneringen is er geen plaats in onze duurbare ketting. Misschien is het daarom wel dat Evelien het rare gedrag van haar man zich niet aantrok, ze wilde haar ketting niet verzwakken. Die morgen was het een morgen zoals alle anderen. Levi was al weer veel te vroeg opgestaan waardoor ze enkel verwarmd werd door de dekens en de zon die al fel op het raam scheen. De krantenjongen was al langs geweest, zoals elke morgen, en de hond van de buren was al aan het wandelen met zijn baasje aan de overkant van de straat, zoals elke morgen. Maar toch zou Evelien er spoedig achterkomen dat dit geen normale morgen was.
Nochtans begon die dag zoals alle anderen. Evelien werd wakker door de stralen van een warm lentezonnetje. Ze strekte zich uit in het tweepersoonsbed dat ze nu helemaal voor haar alleen had. Levi was al beneden om het ontbijt voor haar klaar te maken, ze had hem goed opgeleid.
Na haar douche en haar dagelijkse kuur van crèmes en zalfjes drong de geur van verse koffie samen met die van ovenverse croissants de overloop op. Ze kon het niet meer laten en ging met haar kamerjas de trap af op weg naar de keuken. De kleren zou ze het volgende uur wel kiezen na haar ontbijt. Daar had ze immers lange tijd voor nodig omdat de mensheid wel iets van een model verwachtte.
'Kiekeboe!' riep ze tegen Levi toen ze verleidelijk langs het deurkader poseerde. (Sommige mensen mochten meer van haar verwachten dan anderen.) Maar de morgen zou hier een onverwachte wending krijgen. Levi schrok op, stootte zijn kop koffie om en kon haar enkel aankijken met een blik alsof hij net betrapt was met een ander. Uiteindelijk herstelde hij zich, zette de kop koffie recht (wat niet veel zin meer had omdat de inhoud nu over de tafel vloeide) en raapte enkele papieren op die hij haastig in de binnenzak van zijn pak stak.
'Slecht geweten?' vroeg Evelien terwijl ze ging zitten en een croissant uit het mandje viste.
'Nee, gewoon verstrooidheid. Ik was aan het mijmeren over het werk. Werk, altijd maar werk. Ze kunnen er ook niets alleen. Ik moet er zo heen.'
Terwijl hij dat zei  was hij al recht gesprongen om de tafel cafeïnevrij te maken.
'Ik zou eerst maar eens onder de douche gaan, je zit helemaal onder de koffie!'
Levi richtte een blik op zijn keurige zwarte pak.
'Verdomme! Nu kom ik zeker te laat!'
'Weet je wat beer, ga jij nu eerst nog maar de douche in en dan bel ik je werk wel dat je ziek bent. Dan kom ik het zo meteen goedmaken omdat ik je zo hard liet schrikken.'
Evelien roerde door haar kopje koffie en likte de lepel schoon voordat ze hem neerlegde.
Levi keek haar met fonkelende ogen aan. Er waren geen woorden meer nodig. Levi vloog naar boven en het volgende moment hoorde ze de douche al lopen.

Toen Evelien uiteindelijk volgde vielen haar ogen op het pak van haar man, dat zomaar over het bad was gegooid. Even keek ze naar de douche, maar die was bestoomd en Levi had haar vast niet horen binnenkomen. Ze wist dat het nu of nooit was. Ze greep naar de binnenzak van het pak, haalde de stapel papieren uit de binnenzak en stak ze vlug achter een paar dozen parfum, een plek waar Levi nooit zou durven kijken.

'Commandant!' Hilje kwam aangestormd door de jungle, op weg naar de open plek in het woud waar ze hun kamp hadden opgeslagen, vlak bij de modderige zandwegen die de locale boeren gebruikten bij hun zoektocht naar bananentrossen.
'Commandant!' Hilje schreeuwde harder, er was veel meer bedrijvigheid dan normaal. Robin liep achter hem, maar niemand zou dat merken, daar was er een te grote chaos voor. Overal liepen mensen druk rond, de een sleepte met koffers, de anders pakte haastig een tent, een andere was dan weer bezig met een jeep in te laden.
'Commandant!' Hilje liet zich niet doen en sloeg op de tafel waar de commandant samen met 3 anderen hooggeplaatste officieren over een kaart van het gebied gebukt stonden. Eindelijk leek de commandant dat iemand hem leek te roepen want hij keek op.
'Niet nu Claesen! Zie je niet dat we bezig zijn! Verdomme, ga je koffers pakken, we vertrekken meteen!'
'Maar commandant..'
'Niks te commandanten, ga nu...'
'Martijn is dood godverdomme!'
In normale omstandigheden zou het hem 24 uur isolatie hebben opgeleverd om de commandant te onderbreken. Maar nu keek hij Hilje enkel met open mond aan.
'Hoe bedoel je dood!'
Iedereen keek Hilje aan en niemand had oog voor de paperassen op tafel, wat Hilje herkende als landkaarten van het gebied.
'Hij is op een mijn gestapt toen we werden aangevallen nadat we een oproep van een gijzelaar van het farc ontvangen hadden.'
Hilje had al lang besloten dat de commandant sneller zou overstappen tot actie als hij hoorde dat farc-rebellen het leger hadden aangevallen. Hij had het echter mis.
'Bij jullie ook al? 2 andere teams zijn ook aangevallen door rebellen. Wij trekken ons terug Claesen. Het spijt me van Martijn maar dat wil niet zeggen dat we allemaal dood vlees moeten worden voor hem.'
'Andere aanvallen?' Hilje keek nu met een bang hart naar de plannen. Waren er mensen aangevallen door echte rebellen?
'Ja Claesen, ze zijn aangevallen door rebellen terwijl ze aan het patrouilleren waren. Ze waren duidelijk op zoek naar dit kamp, daarom dat we hier zo snel mogelijk weg moeten!'
'We kunnen niet weg! Wat moet er dan met die gijzelaars gebeuren?'
'Wat wil je dat ik doe Claesen! Jullie zijn hier op jullie eerste training, sommigen van jullie schieten nog eerder hun linkeroor eraf dan dat ze iemand zouden raken! Wij kunnen niets voor ze doen! En nu ga jij pakken Claesen, en als dat je niet zint dan is dat jou probleem!'
De commandant draaide zich om en besprak weer hoe ze de rebellen konden vertragen.
Hilje vuurde nog een vuile blik op de commandant en stoof weg. Hij had wel wat anders te doen dan pakken.

'Hilje!'
Robin kwam uit een van de tenten gelopen. Hilje reageerde er niet op, hij was ondertussen zo aan Levi gewend dat zijn oude naam hem slechts plaagde in nachtmerries.
'Hier', Robin duwde Hilje iets in zijn handen. 'Het paspoort van Martijn, ik ben het net in zijn tent gaan halen toen jij met de commandant sprak. Met wat knip en plakwerk kunnen we er zo jou paspoort van maken en zal iedereen jou kennen als Martijn. Dat is toch al beter dan de naam van Levi dragen?'
Maar Hilje leek niet te luisteren. Hij draafde verder langs de tientallen soldaten die haastig aan het pakken waren.
'Hilje! Wat is er!'
Hilje draafde door, Robin moest rennen om hem bij te benen.'
'Die klootzak wil vertrekken en die Jorg of hoe hij ook mag heten achterlaten. Ik ben het beu om weg te lopen Robin. We kunnen niet weglopen van die twee. We zijn al zoveel keer weggelopen. En ik ben het beu Robin. Het wordt tijd dat we niet meer zo makkelijk weg te sturen zijn. Voor een keer wil ik eens opkomen voor anderen. Ik wil de anderen helpen in plaats van zelf geholpen te worden. Vandaag heb ik de dood in de ogen gekeken Robin, en wat ik zag beviel me niet. Steeds weer ben ik weggelopen van mijn problemen en nu ga ik het tegenovergestelde doen. Ik ga men problemen tegemoet.'
Hilje was bij de jeeps aangekomen en sprong in een lege.
'Stap in Robin.'
Robin bleef echter aan de zijkant staan.
'Wat gaan we doen?'
'We gaan van ons laten horen Robin, we gaan Jorg en Marloes bevrijden. Stap nu in.'
Aan de blik in Hilje zijn ogen kon Robin zien dat het menens was. Hij zat nog maar nauwelijks toen de wagen met gierende banden vertrok over de stoffige zandwegen in Colombia. Het noodlot tegemoet.

Volgende keer in Hunted
Goodnight Saigon - part 2

In de seizoensfinale van seizoen 2 vecht men zich een weg door de jungle van Colombia. Robin en Hilje beginnen aan een missie om Marloes en Jorg te bevrijden en hen veilig weg te krijgen. Zullen zij hierin slagen? Ontdek het volgende keer in de allerlaatste Hunted van dit jaar.

Sjors


hillo

Robin en ik zijn wel duidelijk de twee toffe matties voor het leven he  [jumpiej]

Ulysses

Citaat van: hillo op september 13, 2008, 00:07:14 AM
Robin en ik zijn wel duidelijk de twee toffe matties voor het leven he  [jumpiej]

Das ook alleen maar uit eigenbelang.. ;D
"If God is watching us, the least we can do is be entertaining."