Nieuws:

Vergeet niet te stemmen op de vraag van de week!

Hoofdmenu

Chapter 14: Perfect Strangers

Gestart door poltergeist, februari 01, 2009, 17:15:00 PM

Vorige topic - Volgende topic

poltergeist

HUNTED

Previously on Hunted
Yolanda vergiftigt een andere gevangene met antivriesmiddel dat ze kreeg van Hilje. In de gevangenis ontmoet Hilje Judith, een knappe cipier die voor hem meer betekent dan enkel vertier. Evelien geeft Paulo de opdracht om de laptop van haar man Levi te kraken door zijn man, Patrick.

45 dagen
'Rotterdam 12 mei,
In de gevangenis van Rotterdam heeft zich een merkwaardig incident plaatsgevonden. Een van de gevangenen, Y. van Baal, is erin geslaagd om een medegevangene te vergiftigen. Het staat nog niet helemaal vast over welk middel het ging, al vermoeden de autoriteiten dat het om een antivries middel ging. Niemand wist ons te vertellen hoe het mogelijk was dat zo'n middel zich in de Nederlandse gevangenissen kan bevinden.
Ondertussen gaat het beter met het slachtoffer. Dankzij de vlugge tussenkomst van een van de cipiers zijn er geen doden gevallen.
Wel staat het al vast dat Van Baal overgeplaatst zal worden naar een beter beveiligde gevangenis. Wanneer en hoe dit zal gebeuren is strikt geheim.
Van Baal bereikte zo'n 6 maanden geleden het wereldnieuws toen ze als agente in functie verantwoordelijk was voor de dood van een collega en van een toevallige ooggetuige.'
Sjors keek op van zijn krant.
'Voor de rest is het alleen maar blablabla. Niet echt iets nuttig.'
Hilje keek op van zijn koffiekoek. Hij zat tussen Marloes en Robin in en was dus de enige buffer die vermeed dat die 2 weer in discussie gingen. Hilje kon Marloes wel begrijpen, maar aan de andere kant begreep hij ook hoe Robin door zijn verleden achtervolgd werd. En hij kreeg nu eindelijk de kans om dat goed te maken.
'Dus we kunnen niet meer terug?'
Sjors keek Hilje aan vanuit zijn ligstoel.
'Hoe graag je het ook wilt Hilje, we kunnen niet meer terug. De pionnen staan klaar. Het is nu of nooit. We moeten enkel de datum en het uur van het transport nog weten.'
'Toch blijft het gekkenwerk.' Robin roerde in zijn koffiekopje, hoewel er geen melk noch suiker inzat.
'Ik bedoel, gaan we echt de meest beruchte crimineel van het jaar uitbreken en dan ook nog eens verwachten dat we ermee wegkomen?'
'We moeten.' Hilje zijn toon was vastberaden. 'Zij heeft de foto's nog altijd die ik genomen heb op de avond dat Bram vermoord is. Ze kent de deal heus wel Robin. In ruil voor haar vrijheid krijgen wij de foto's en dan hangt Levi. Tot nu toe werkte ze toch goed mee? Ze heeft gewacht met het antivriesmiddel net zoals ik haar heb gevraagd. Alles gaat goed komen. Als iedereen zijn deel doet en we een groep vormen komt alles goed.'
'Een groep zeg je?' Marloes keek op. Hilje zag onmiddellijk het onweer in haar ogen.
'Zeg eens Hilje, zit Elise ook in die groep of is dat een elitegroep?'
Hilje kon enkel zuchtte. Hij wist dat Robin elk moment kon uitbarsten, en zoals verwacht deed hij dat ook. Zoals gewoonlijk probeerde Hilje het geluid buiten te sluiten. Konden die 2 elkaar niet negeren zoals normale mensen die elkaar niet moeten deden?

Levi zat achter zijn dure antieke bureau. Alles in deze kamer straalde gezag en eerbied uit. En iedereen die de kamer binnenkwam merkte dat meteen. Ze wisten wie de baas was. En hoewel Levi goed besefte dat alles op het punt stond om in elkaar te storten, toch genoot hij nog steeds van dat gevoel dat zijn kantoor op het werk uitstraalde. Misschien was het daarom wel dat hij al zijn problemen vergat toen hij Patrick liet binnenkomen.
'Patrick, beste jongen,' begon Levi. Er hing duidelijk donder in de lucht. 'Kan je mij eens vertellen waarom ik nog dagelijks meldingen krijg van boze medewerkers die hun pc niet opgestart krijgen. Hoe lang zitten we nu al met dat probleem? 3 weken?'
Patrick wist dat hij in het hol van de leeuw zat en dat er geen weg uit was.
'Zoiets meneer, maar dat komt door...'
'Niets te maren! Ik heb je ingehuurd als informaticus zodat je technische bijstand kan verlenen als hier iets fout loopt. Communicatie is het belangrijkste op een televisiezender. En die beste Patrick, is er bij ons nu niet! Jij blijft vandaag hier totdat alles gemaakt is, begrepen!'
'Ja baas..' Patrick stond op het punt om af te druipen, maar besloot toen dat hij het moest wagen.
'Hoewel u goed moet begrijpen dat ik meer tijd had gehad als uw vrouw er niet op had gestaan om uw computer te kraken omdat u kennelijk een paswoord niet kan onthouden.'
Patrick zette met moeite zijn schouders recht en draaide zich om. Hij kon hier heel goed om ontslagen worden, maag dat kon hem niets meer schelen.
'Wat bedoel je? Mijn computer?'
Patrick kon het niet laten even te glimlachen. De rollen waren veranderd.
'Ik probeer al dagen om een laptop te kraken. Die heeft je vrouw aan mijn echtgenoot gegeven. Blijkbaar wist ze dat ik het een en ander van computers afwist. Ze zei dat het haar laptop was, maar toen ik eindelijk binnen ben geraakt stonden er alleen maar mappen van u op, Meneer...'
'Je hebt wat? Waar is die laptop nu?'
Levi kon zijn woede niet meer bedwingen. Hij greep het bureau vast met alles wat hij had. Zijn handen waren ijsklompen.
'Ik heb hem vandaag weer meegegeven. Ik denk wel dat Evelien hem straks zal brengen. In het vervolg mag je het me best zelf vragen hoor Meneer.'
Maar Levi had die laatste zin niet gehoord. Hij wist plots wat te doen. Dat moest hij al maanden, maar pas nu was het duidelijk. Hij schoot uit zijn stoel, die daardoor op de houten parketvloer viel en stoof de kamer uit. Hij liet een verwonderde Patrick achter.

Evelien was nog nooit zo opgetogen geweest toen Paulo eindelijk de laptop terug bij had. Ze was onmiddellijk naar huis gereden, waar ze zeker was dat niemand zou zijn. Ze zette de laptop op haar bed en schakelde die in. Een serie van letters en nummers, dat was het paswoord van Levi. Niet eens haar naam, niet eens iets wat hem dierbaar was. Het was een niet te gokken paswoord. Misschien zou ze hier meer bewijs vinden dat Levi achter de moord op Bram zat. Ze opende de mailbox en zag een hele reeks gemiste mails. 1 stak er echter bovenuit. Die kwam van een zekere Sjors. Vlug deed ze de mail open.

"Levi,
Het gaat goed. Hilje en Robin geloven nog altijd dat ik aan hun kant sta. De voorbije dagen hebben we de verschillende transportroutes bestudeerd en hebben we 1 plek gekozen voor de aanval. Zodra Yolanda overgeplaatst wordt slaan we toe aan de engelenvaart ter hoogte van Heerenveen. De datum krijg je in een andere mail, om te vermijden dat er teveel kennis in 1 mail zou staan. Zelf weet ik die ook nog niet. Hilje moet het antivriesmiddel nog aan Yolanda bezorgen.
Zodra we bij Yolanda zijn maak ik ze allemaal af. Ik heb Robert gebeld, hij wil er wel voor zorgen dat het op een ongeluk lijkt. In bijlage kan je zijn telefoonnummer vinden, hij wil graag wat afspreken over de prijs. Wees voorzichtig met hem Levi, hij is te betrouwen, tenzij je hem verraden hebt. Dan is hij een bloeddorstige, op moord uit zijnde machine.

Ps: wat moet ik met het meisje doen? Ze is zo schattig. Mag ik ze niet als beloning houden?"

Evelien bleef de mail maar staren naar de mail. Dit overtrof haar ergste verwachtingen. Ze dacht dat het enkel om Bram te doen was, maar dit was veel, veel meer. Ze was zo versteend dat ze zelfs niet merkte hoe de voordeur werd dichtgeslagen.


Hilje stapte uit de wagen en keek nog een keer vlug in zijn zijspiegel. Zijn haar zat goed en zijn pak zat strak. Even leek het dat zijn haar nog altijd even oranje was, maar toen merkte hij dat dat kwam door het fletse licht van een lantaarnpaal. Een nieuwe kleuring bij de kapper had wonderen gedaan. Hij stapte op de voordeur af en wreef met zijn hand langs zijn kin. Alles was keurig glad. Dit was dan het moment. Hij belde aan en wachtte af. Uiteindelijk deed ze open. Daar stond ze. Ook zij was helemaal opgemaakt. Ze had een blauw kleedje aan dat goed bij haar lange haar paste. Ze zag er zo anders uit zonder uniform.
'Hallo daar, ben je klaar?'
Judith keek Hilje glimlachend aan.
'Ik ben er altijd klaar voor liefje.' Zei ze en ze nam Hiljes uitgestoken hand aan.

Levi deed het licht op de overloop niet aan. Hij kende zijn weg wel door zijn eigen huis. Traag sloop hij de trap op. Hij sloeg de 5de trap over omdat die altijd kraakte en baande zich een weg naar hun slaapkamer. Van buiten had hij al gezien dat het licht brandde in die kamer. Stilletjes ging hij verder. Hij trok zijn wapen dat hij altijd met een schouderholster onder zijn pak verborg en nam de knop van de deur vast. Hij haalde nog eens diep adem en besloot dan dat het toen het moment was. Hij spande de haan, wat een bevredigende klik gaf en keek naar de houten deur voor zich. Met een bliksemsnelle reactie gooide hij de deur open en smeet hij zichzelf naar binnen. Hij voelde meteen de frisse wind die in zijn gezicht blies. De kamer was leeg, maar het was duidelijk dat dat nog niet zo lang het geval was. De gordijnen bliezen alle kanten op en Levi zag nog net hoe Evelien zich uit alle macht vast hield aan de vensterbank.
Hij aarzelde geen seconde en richtte zijn pistool. Door de knal van het wapen had Evelien net genoeg moed verzameld om zich te laten vallen. Ze voelde hoe de kogel door haar opvliegend haar vloog terwijl ze langzaam door de nacht viel. De tijd leek stil te staan terwijl ze viel, maar daardoor kwam de landing des te harder aan. Zo moest Bram zich dus gevoeld hebben in die laatste momenten. Ze viel op het dak van een wagen die onder het raam geparkeerd stond. Misschien was het daarom wel dat ze de val overleefde. Ze keek omhoog en zag dat Levi aan kwam stormen en alweer zijn wapen richtte. Evelien negeerde de schreeuwende pijn in haar heupen en merkte niet op dat ze lichtjes bloedde uit haar hoofd en dat haar arm geschaafd was. Ze gleed van de achterruit af en verschanste zich toen achter de kofferbak. Het vensterglas van de achterruit van de wagen spatte uiteen toen er weer een schot in de nacht klonk en een regen van glasschilfers daalde neer over Evelien, die zich nog steeds achter het koffer schuilhield. Ze wist dat ze hier wegmoest. Ze keek naar het raam, waar Levi alweer aanlegde voor een volgend schot. Het trof de rand van het koffer. Evelien hield haar handen over haar oren. Ze moest hier weg! Ze wou bijna in tranen uitbarsten maar dat gunde ze hem niet. Ze vermande zich en kroop verder naar de andere kant van de wagen. En bukte zich achter de wielen. Levi kon haar nu onmogelijk raken.
'Verdomme! Kutwijf! Kom hier!'
Evelien was nog nooit zo blij dat een man haar zo had genoemd. Ze was nu helemaal zeker dat Levi haar niet kon raken. Maar voor hoe lang? Ze waagde het om over de auto heen te kijken en zag dat Levi verdwenen was. Nu was het. Dit was alles of niets. Ze deed haar naaldhakken uit, 1 was toch al gebroken door de val, en stak de straat over. Ze verdween in het bos aan de andere kant van de weg. Net toen ze het struikgewas indook voelde ze hoe splinters hout zich in haar been boorden. Een kogel had haar blijkbaar op millimeters gemist en was op een boom ingeslagen. 4 kogels had hij al verspeeld. Hoeveel zaten er in een magazijn? 6? 8? Waarom leerden ze je zo geen dingen op de basisschool in plaats van de hoofdsteden van alle landen ter wereld? Dit kon ten minste je leven redden! Ze negeerde de pijn van afgebroken takken die zich in haar blote voeten boorden en rende door, verder het bos in.

Hilje liet zich op het bed vallen en trok Judith met zich mee. Ze glimlachte en ging op zijn buik zitten. Ze boog zich voorover en kuste Hilje.
'Je moet er niet mee inzitten, Hilje. Yolanda zit in de isoleercel en ze mag geen bezoek meer zien. Maar niet getreurd. Over 2 weekjes wordt ze overgeplaatst en dan kan je haar wel zien. Maar je moet me 1 ding beloven.'
Judith greep de polsen van Hilje vast en legde zijn armen boven zijn hoofd. Hilje liet haar doen.
'Je moet me beloven dat je me nog komt opzoeken.'
Hilje antwoordde dat verzoek met een kus, wat Judith maar al te graag als een ja aannam.

44 dagen
Marloes had het gevecht om wie de voordeur moest open doen verloren en sleepte zich naar haar vervelende taak. Ze opende met een ruk de deur en keek nauwelijks de persoon die stond te wachten aan.
'Kom erin Sjors.' Zei ze uit gewoonte. Het was immers Sjors die blijkbaar steeds vergat dat ze ook een achterdeur hadden die nooit op slot zat.
Sjors zei echter niets terug. Marloes keek verbaasd op en zag dat Elise en niet Sjors voor de deur stond.
'Het is Elise, zou ik Robin even kunnen spreken?'
Marloes keek Elise even aan. En toen schoot het haar te binnen. Het was briljant, toch simpel. Misschien dat het wel eens kon slagen.
'Robin is er nog niet. Hij is even naar de winkel.'
'O, wel, dan kom ik later wel eens terug.' Zei Elise, en ze stond al op het punt om zich om te dragen.
'Wacht anders even op zijn kamer! Hij is zo terug!'
Elise draaide zich om en keek Marloes verbaasd aan.
'Wel, ik kan wel even wachten denk ik.'
'Natuurlijk kan je dat meisje, hij kan nooit lang wegblijven. Wil je binnen wel even stil zijn? Hilje ligt te slapen. Hij had kennelijk een heel spannende nacht achter de rug.'
Marloes leidde Elise de trap op en deed de deur de kamer open.
'Wacht hier maar even, hij is zo thuis.'
Elise stapte de kamer van Hilje in. Marloes deed vlug de deur dicht. Zelfs als Robin naar zijn kamer zou gaan zou hij Elise niet vinden. Ze keek vlug even rond en zag toen een stoel in de gang staan. Stilletjes nam ze de stoel en zette deze voor de deur van de kamer. Het was nu onmogelijk om de deurknop in te drukken. Daarna sloop ze van de overloop en ging ze de eetkamer binnen, waar Robin en Hilje al geruime tijd zaten te discussiƫren.
'Dus donderdag over 2 weken gebeurt het?'
'Dan moet je klaar staan maat. En ik reken erop dat jij er ook bent.'
Marloes zette zich bij de groep. Het was duidelijk dat Hilje weer uitgebreid aan het opscheppen was tegen Robin over hoe hij Judith zover had gekregen.
'Wie was er aan de deur Marloes?' vroeg Robin ten slotte. Hij was het duidelijk ook beu over hoe Hilje voor de zoveelste keer vertelde hoe hij eerst ergens gaan eten was met Judith om het ijs wat te breken. Marloes was niet onder de indruk. Het had Hilje een afspraakje of 5 gekost om gewoon wat simpele info te weten te komen.
'Niemand, gewoon een of andere inzamelactie voor een goed doel.'
Robin keek beteuterd.
'Waarom, Verwacht je iemand?'
Robin keek Hilje aan. Zou hij het Marloes durven vertellen? Hij besloot dat hij wel moest.
'Wel, Elise had hier al lang moeten zijn.'
Marloes keek echter onbewogen. Ze nam Robin zijn hand vast en keek hem recht in de ogen aan.
'Wel, het zou me niet verbazen als ze je laat zitten. Met zo'n mensen die plots opduiken weet je nooit zeker Robin.'

De geur van benzine dreef door het huis. Maar dat deerde de figuur niet. Hij hoopte maar dat niemand het beneden zou ruiken. Sjors zette de jerrycan weg en keek naar zijn werk. Levi was duidelijk geweest. Evelien zat hen op de hielen en waarschijnlijk zou ze Hilje willen komen zoeken. Ze moesten hier zo snel mogelijk weg. Sjors wist dat hij hen niet zou kunnen overtuigen, maar hij wist ook dat een brandje dat wel zou kunnen doen. Hij had al voor zijn alibi gezorgd, niemand geloofde dat hij thuis was.
Hij stak zijn aansteker aan en keek nog een keer rond. Toen liet hij deze vallen. Het benzinespoor vatte meteen vlam en in een mum van tijd stond de hele kamer in brand. Snel zou heel het huis in vlammen staan. Nu al brandde de houten vloer van de zolder gestaag mee met het benzinespoor. Spoedig zouden de andere kamers volgen. Snel kroop Sjors weer de zolder af via een ladder en zette deze zo snel mogelijk weer op zijn plek. Daarna haastte hij zich naar een plekje waar hij alles zou kunnen gadeslaan.

Marloes keek op van haar krant.
'Ruiken jullie dat ook? Het is net alsof Sjors weer gekookt heeft.'
Hilje en Robin keken op.
'Ja, ik weet niet wat het is. Net alsof iemand iets in brand heeft gezet.'
Plots trok Hilje wit weg en wees hij naar de deur. Kolommen van rook baanden zich een weg doorheen de spleten van de deur.
'Brand! We moeten hier weg!'
Hilje stoof recht en trok Marloes zowat mee naar buiten. Nu al voelde Hilje dat ademen moeilijker werd. Hij wilde Marloes begeleiden maar die spartelde uit alle macht tegen.
'Nee Hilje! We moeten eerst nog...'
'We moeten niets Marloes, dit huis kan elk moment instorten.
Samen haasten ze zich naar buiten. De gang was al helemaal gevuld met rook. Robin greep de hand van Marloes en probeerde haar mee naar buiten te krijgen.
'Blijf laag bij de grond! En bedek je mond met je zakdoek!'
'Robin!' Marloes schreeuwde nu. Daarna onderging ze een hoestbui. 'Elise! Elise is nog...'
Maar Hilje trok haar verder naar buiten.
'Kalm maar Marloes, Elise is nog niet hier.'
Marloes verloor langzaam het bewustzijn. Ze wist dat ze het Robin moest vertellen. Het was van levensbelang. Uiteindelijk smeet Hilje de voordeur open. De koele wind deed Marloes weer opleven. Snel stapten het drietal naar buiten. Het brandende gevoel in Marloes haar longen verdween weer stilaan. Ze keek Robin aan met tranende ogen.
'Robin, Elise zit nog binnen!'
Robin keek haar verbaasd aan terwijl hij nog de laatste rook uit zijn longen kuchte.
'Sorry, ze zit boven opgesloten in Hiljes kamer. Zij was het die aanbelde. Ik dacht dat als je dacht dat ze je had laten zitten dat je haar zou wegsturen.'
Marloes viel op de grond en kuchte verder. Haar krachten waren duidelijk bijna op.
Robin versteende. Hij kon niets uitbrengen. Duizenden gedachten gingen door hem heen. Toen wist hij wat te doen. Hij draaide zich om en wou het brandende huis weer binnenstormen maar een vastberaden Hilje hield hem tegen.
'Niemand gaat terug naar binnen! Dat ding kan elk moment instorten! Blijf hier Robin!'
Robin keek Hilje 1 seconde aan en wist dat hij vastberaden was.
'Sorry Hilje.' Zei Robin uiteindelijk.
'Sorry waarvoor?' Vroeg Hilje vragend.
Het volgende moment plantte de vuist van Robin zich in de kaak van Hilje. Die spinde rond zijn as en viel verbaasd op de grond. Robin sprong over Hilje en stoof het huis in en verdween in de vlammen.

Elise duwde uit alle macht tegen de deur, maar er was geen beweging in te krijgen. Ze voelde de hitte van het vuur. Er was iets goeds fout. De rook verstikte haar. Ze moest hier weg, en snel ook. Ze probeerde de deur in te beuken maar ze besefte dat het nutteloos was. Uiteindelijk draaide ze zich, nam ze het nachtlampje van het nachtkastje en smeet ze daarmee het raam kapot. Het glas brak en een koele luchtstroom drong de kamer binnen. Als een hond ging Elise er bij staan. Ze keek naar beneden, maar het was te hoog om te springen. Ze durfde niet springen.
'Is daar iemand!'
Maar ze kreeg geen reactie. Ze draaide zich weer om en begon weer tegen de deur te bonken. Ze bonkte op de deuren en op de muren, maar niemand antwoordde.
'Help! Is daar iemand!'
Maar ze hoorde dat er geen geluid uit haar mond kwam. Ze zag amper iets. Met haar laatste krachten liep ze naar het gebroken raam en probeerde daar wat frisse lucht te happen. Uiteindelijk liet ze zichzelf op de grond vallen. Ze had de kracht niet meer om op haar benen te staan. De rook was haar stilaan aan het verstikken.

Volgende keer in Hunted:
Chapter 15: Toy Soldier
De goede verstandhouding tussen Marloes en Hilje krijgt rake trappen als het lot van Robin en Elise op het spel staat.