Nieuws:

Vergeet niet te stemmen op de vraag van de week!

Hoofdmenu

LC's Schrijfsels

Gestart door LC, februari 23, 2006, 14:24:04 PM

Vorige topic - Volgende topic

Willen jullie het verhaal Rode luchten/Zwarte Gronden nog aflezen?

Ja
5 (71.4%)
Nee
2 (28.6%)

Totaal aantal stemmen: 6

hillo


Luc

sinterklaas rijm is vreselijk :P mits het in een gedicht voor sinterklaas is dan :P
maar rijmende gedichten vind ik niet per definitie stom :P

hillo

Citaat van: _Luc_ op december 25, 2006, 23:14:08 PM
sinterklaas rijm is vreselijk :P mits tenzij het in een gedicht voor sinterklaas is dan :P
maar rijmende gedichten vind ik niet per definitie stom :P

neem aan dat je dat bedoelt :P

LC

Nou ja, vond het wel eens tijd voor een nieuwe. Het is eigenlijk soort vervolgje op de vorige(hier te vinden: http://www.sjorsvanbaar.nl/forum/index.php?topic=1698.msg77902#msg77902), geeft een beetje inzicht in mijn denken. Heb de serie maar Vanachter mijn ogen genoemd. Zijn, zoals jullie wel van mij gewend zijn, korte stukjes. Verschil met andere is, dat deze niet mooier zijn gemaakt.

Vanachter mijn ogen II

Mijn hoofd is leeg, denk eigenlijk aan niets. Zover dat kan, het voelt tenminste lekker leeg. Vrouwen schijnen het niet te kunnen, aan niks denken. Ik zou niet weten of het waar is, ik ben geen vrouw, maar dat wisten jullie al.

Het is een mooie dag, sinds een paar dagen is er weer blauw in de lucht. Op een paar verdwaalde wolkjes na spreid het blauw zich uit boven het landschap. Een geruststellende gedachte, zo weet ik tenminste dat mensen in de verte net zo genieten als ik. Het is ook kouder dan vorige dagen, al zegt dat niet zoveel, denk ik. Op het nieuws hebben ze het al tijden over de 'winter die niet doorzet', een collega van mijn vader had het over de 'Surinamisering van het klimaat'. Zo kan je het ook bekijken, het geeft in ieder geval een leuk smaakje aan heel het gezeur over de opwarming van de aarde.

Het maakt de reis er in ieder geval niet mooier op. De grond is nog steeds modderig van de regen van gisteren, de bomen nog altijd even kaal en de mensen nog altijd even chagerijnig. Het is blijkbaar nooit goed. Vroeger toen er nog kou was, klaagden mensen over de kou en nu de winters warmer worden beginnen mensen te klagen dat er nooit meer ijs ligt. Mij maakt het allemaal niet zoveel uit, sinds ik onder het motto 'het zal allemaal wel loslopen' leef, kan ik me eigenlijk nergens meer druk over maken. Ik kan het elk mens met een winterdip aanraden, je gaat gelijk een stuk vrolijker door het leven.

Maar ik denk niet dat mensen het op prijs zullen stellen als ik ze opeens aanspreek en zeg dat ze die chagerijnige blik van hun kop moeten halen. Heb ik zelf ook een hekel aan, mensen die je zomaar aanspreken om je iets aan te praten. Een geloof bijvoorbeeld. Dat komt vrij vaak voor hier in Gouda, mensen die hier vaak komen, zullen bijna allemaal wel een keertje zijn aangesproken door een gelovige. Zo'n 'Er is Hoop' mensje, hier noemen we ze inmiddels Holy Keesjes. Geen idee waarom eigenlijk. Het is zoiets wat er wordt ingebracht.

Ik ben weer gaan denken, ik mag het niet. Ik kijk maar voor me, denk maar weer aan niets. Misschien houd ik het deze keer langer dan één minuut vol.

LC

Ik zat eens mijn bestanden door te spitten en zag dat jullie nog wat delen te goed hebben van Zwarte Gronden. En ik ben de beroerdste niet , het is ook even handig om vorige delen te lezen. Anders is het verhaal niet leuk.

De Heuvels zijn inmiddels bergen geworden, de eerste die we tegenkwamen waren grote reuzen maar de toppen waren makkelijk te bereiken. Inmiddels worden de bergwegen steiler en de eerste klimmen waarbij ik de dalmatiër op mijn rug nam en waar ik mijn handen moest gebruiken zijn ook al gekomen. Toch heb ik een doel nu om te klimmen. Een doel waardoor ik me dag na dag uitput, alleen maar om de top van een berg te bereiken. Dat doel hoort verderop te liggen. Want wanneer ik doodop op een berg uitrust van mijn klim en samen met mijn reisgenoot over het landschap kijken wat nog komt, wordt de lucht verlicht door een helder licht. Het laait soms op, maar te zien wat het is valt het niet vanaf mijn positie. Het licht zie ik alleen in de nacht. Ik onthoud de plek waar het licht vandaan kwam als ik ga slapen en loop de volgende dag er naartoe. 's Avonds kijk ik opnieuw en blijkt maar al te vaak dat het licht op een andere plek licht als de vorige nacht. Een klim voor niks, een dag verspilt. Maar de hoop blijft er in mijn hart. Gelukkig maak ik deze reis niet alleen. Ik had mijzelf allang van een berg afgeworpen, maar dat kan ik hem niet aandoen. Hij zou dan alleen achterblijven op die berg, want hij kan er niet af zonder mijn hulp en hij zal sterven van de honger en eenzaamheid....

LC

Dan ook nog ff een verklaring waarom er zo weinig door mij geschreven wordt. Daar is één reden voor en dat is dat ik me gewoon goed voel. Al mijn verhalen komen voort uit ellende en dat is er op dit moment niet. Heb een ontzettend leuk en lief vriendinnetje gevonden, zit ik bij een psycholoog en is alles een beetje op een rijtje.


LC

Inside my head
I fight a demon
a fight
I have never won

Inside my head
There is a demon
Torturing me
All day long

Inside my head
There is a demon
Torturing me
All night lon

Inside my head
There is a demon
Singing all night
A slient song
About the tortures
and the fights
he had won.

LC

Vanachter mijn Ogen III (Bijtitel: Meerkoet)

Ik was vrijdag in Sneek. Sneek, de stad waar ik zo'n beetje een kwart van mijn hele jonge jaren heb doorgebracht. De rest van de tijd bracht ik door op school of voetballend in de buurt. Nu ik erover nadenk is het best wel een rare combinatie. Een jochie van 5 die een kwart van zijn tijd doorbrengt in een plaats aan de andere kant van Nederland.

Ik kom er niet echt graag in Sneek. Vroeger wel. Als jochie van vijf verheugde ik me altijd op een weekendbezoek aan mijn opa en oma in het verre Friesland. Ik heb tijden gedacht dat Friesland een apart land was. Een aparte taal, een aparte taal en de namen op de bordjes zaaide ook veel verwarring in mijn jonge hersens. Want waarom stond er op bijna alle bordjes Snits, in plaats van Sneek? Mijn ouders zeiden dan tegen me dat, ondanks alle rare namen, Friesland toch echt gewoon bij Nederland hoorde. Ik knikte maar ja, maar de eigenwijse hersens zeiden toch echt van nee.
Maar zoals ik al zei, ik kom niet echt graag meer in Sneek. Er mist iets daar in Sneek, de routine wat ik altijd had als klein jochie in Sneek.

Meestal gingen wij een weekend naar Sneek. We bleven dan meestal een nachtje slapen. Mijn zusje en ik op één kamer in een stapelbed, waarin het bovenste ben een halve meter inzakte. Het lag eigenlijk best lekker vond ik zelf, maar de volgende ochtend vertelde mijn lichaam wat anders. De volgorde was altijd hetzelfde. Allereerst mijn zusje, daarna ik, oma, moeder, vader en opa. Zo was het en niet anders. 's Ochtends was het altijd lekker om even over het tapijt te slepen, waarna deze van lichtgrijs naar donkergrijs verkleurde. Hoe dit gebeurde is me nog altijd niet duidelijk.

Als iedereen wakker was, gingen mijn vader, zusje en ik naar het zwembad aan het einde van de straat. Het was altijd maar een heel klein zwembad. Het bestond uit niet meer dan een lange-afstand bad en een klein middeldiep bad met een gele glijbaan waar je standaard je knieën op openhaalde. Maar het was leuk, mijn vader vertelde namelijk standaard het verhaal over zijn eerste zwemlessen. Ik kon ze dromen, maar mijn vader vertelde het altijd zo leuk dat ik het verhaal over en over wilde horen.

Na het zwemmen gingen we altijd naar de jachthaven. Kijken naar de bootjes, hoe groot sommige wel niet waren en wat voor rare namen sommige mensen de boten gaven. Afhankelijk van het seizoen kwam het vervolg. In de winter gingen we weer terug naar de flat van opa en oma. Maar in de zomer liepen we net een stukje verder. We kwamen dan altijd bij een klein slootje, mijn vader tilde me dan op en samen sprongen we naar de overkant. We trapten dan altijd even een balletje en liepen daarna weer verder naar de sluis. Over het randje liepen we weer naar de overkant en langs de vaart liepen we dan terug naar de flat.

Vrijdag liepen mijn vader en ik weer samen, nu door de binnenstad van Sneek. Sneek heeft een hele lelijke binnenstad. Grauw en grijs. Mijn vader liet het oude huis van mijn moeder zien, zijn oude school, de waterpoort en de bruggen waar hij langskwam toen hij de elfstedentocht schaatste. Ik vond het leuk, mijn vader en ik lijken veel op elkaar in dat opzicht. Twee mannen van het sentiment, allebei grijpen ze teveel terug op het verleden. Veroorzaakt door een kronkel in het hoofd.

Mijn vader ging nog even wat drinken met een oude vriend. Ik ging in mijn eentje terug naar de flat van mijn oma. Alleen met mijn gedachten. Ik verdwaalde een beetje, druk sms'end met Wendy had ik een paar afslagen gemist en was ik terecht gekomen bij een school. Ik had gewoon terug kunnen lopen, maar ik besloot door te lopen. Zo zag ik nog eens wat van Sneek. Het bleek dat de buitenwijken van Sneek even lelijk zijn als de binnenstad.

Ik kwam bij een kruispunt. Ik besloot links te gaan, aangetrokken door een chloorlucht. Ik kwam bij een zwembad. Hetzelfde zwembad waar ik vroeger als jochie ging zwemmen, maar het leek er in geen enkele wijze op. De glijbaan was zo te zien gesloopt, want er stak niks meer boven het dak uit. Ik liep even naar binnen, maar kon niks zien van het zwembad door de beslagen ramen. Naast het zwembad lag een tweede gebouwtje, ik herkende het oude zwembad. Inmiddels omgetovert tot een speelparadijs.

Ik wist weer waar ik was. Ik sloeg rechtsaf naar de jachthaven. Aan het einde van de weg stond een slagboom, ik kan me niet meer herinneren dat die er vroeger ook stond. Ik kroop eronder door en liep over de steigers. Ik was nog geen paar honderd meter verder toen een chagerijnige man in een blauw pak op me af kwam. Of ik wist dat dit een particuliere haven was? Ik wist het niet, maar antwoorde maar met ja. Hij keek me nog even minachtend aan en liep weer weg. Alsof ik in mijn eentje al die bootjes kon laten zinken. Ik vervolgde mijn weg. Maar waar mijn vader en ik vroeger over het slootje sprongen, stond nu een groot hek en in het weiland stonden huizen. Niets wees meer op het weiland.

Ik was gedwongen terug te lopen. Toen ik weer onder de slagboom door kroop, zag ik de man in het blauwe pak zitten. Nog steeds zag ik minachting in zijn ogen. Na een tijdje sloeg ik rechtsaf een klein parkje in. Ooit eens aangelegd door een biologie leraar van mijn moeder. Ik nam plaats op het bankje, haalde mijn schrift uit mijn binnenzak en begon te schrijven. Ik heb daar ongeveer een uur gezeten. In het water zwom een verdwaalde meerkoet. Ik nam een foto en begon het verhaal terug te lezen.

Ik stond op, deed het schriftje weer in mijn binnenzak en fluisterde: "Sentimentele gek"

LC

Illusies

Ik weet niet wat het is de laatste tijd, veel van me gaat langs me heen. Ik leef een beetje in een roes. Geen prettige roes helaas. Ik ben verward, nog altijd. Mijn omgeving denkt dat mijn denkvermogen uitstaat als ze me zien zitten, niets is minder waar. Ik zit in mijn eigen wereld. Mijn eigen afgesloten wereldje, met eigen afgesloten straatjes en steegjes waaraan huizen staan. Verlaten, afgebrand of dichtgespijkerd, wellicht wachtend op de storm die nooit zal komen. De muren schijnen oren te hebben, de ramen ogen en de straatstenen vragen me vriendelijk om niet te lang stil te blijven staan. Of ik alsjeblieft door wil lopen om hun last te verlichten. Ik gehoorzaam maar, ik kan ze toch geen kwaad doen, vuistslagen doen mij alleen maar zelf pijn.

Ik kom er wel eens uit. Even weg van dat wereldje. Meestal schrijf ik dan een verhaaltje. Verhalen over wat ik beleefd heb in mijn hoofd. Niet dat ik verwacht dat iemand het serieus leest, maar de illusie dat mensen het lezen houdt me aan het schrijven. Illusies zijn er om te koesteren. Illusies brengen je het leven door. De illusie dat we de wereld kunnen veranderen, zolang we maar allemaal meewerken. De illusie dat ooit wereldvrede bereikt kan worden. De illusie dat je ooit een treedje hoger mag staan op de sociale ladder. Bovenaan tussen mensen als Bush, Blair en Poetin die onder hen de armen zien die zorgen dat de ladder recht blijft staan.

Of misschien is die hoogste tree wel te hoog gegrepen, mogen we ons gelukkig prijzen als we een keertje bij Lingo mogen meespelen, alles voor paar minuten de waan hebben dat je belangrijk bent. Dat Nederland naar je kijkt. Dat je misschien de volgende dag herkent wordt door je onbekende voorganger in de rij voor de kassa bij de plaatselijke slijterij. Een fles champagne kopen van de miezerige 200 euro die je de vorige dag gewonnen had toen je het winnende woord WEZEL raadde.
"Wezel. W-E-Z-E-L."
"Gefeliciteerd! U wint 200 euro! Wat gaat u er mee doen?" roept de blonde presentatrice quasi-blij. Tuurlijk is ze blij, ze mag weer naar huis. Vanavond sleept ze zich naar boven, doet dingen waarvan misschien alleen enkele sterren getuige van zijn. Als ze haar tenminste kan vinden in een zee van kunstmatig licht.

Of misschien is die tree van de trap al te hoog gegrepen voor veel mensen, mogen we ons gelukkig prijzen als de plaatselijke omroep verslag komt doen van de aanrijding van Poekie, de huiskat die 'Hallo' kon miauwen. Als je tenminste goed luisterde. Mevrouw de Vries wordt geïnterviewd. Ze had de kat al 5 jaar. Hij was de lievelingskat van wijlen Meneer de Vries en haar andere kat Pluisje zat nu voor het raam te miauwen, wachtend op de terugkomst van Poekie. En daar sta je dan, met je mobieltje in je hand. Te zwaaien voor het oog van de camera. Vanavond zit je met je vrienden en familie met borrelnootjes voor de tv. Berichten van moord en doodslag gaan langs je heen, de nieuwslezer begint over Mevrouw de Vries, familie springt op en daar sta je dan. Voor de ogen van je regio sta je als een malloot te zwaaien, 10 seconden van je '15 minutes of fame' zijn op. Die overige 14 minuten en 50 seconden komen wel op. Je wordt morgen niet herkend in de Zeeman, maar jij bent toch mooi op een apparaat geweest dat bloed uitkotst. Wees er trots op.

Het was niet eens de bedoeling geweest om een verhaal als dit te schrijven, maar blijkbaar heeft de illusie dat er iemand is die dit serieus neemt, ervoor gezorgd dat het zo liep. Ik voel me nu duizelig, mijn hoofd spint en loopt over van gedachten. Wendy, derde uur, Wendy, F5, F7, F9, Zou ze dit nou lezen? Dat rijmt ook nog eens. Wendy, wat zou ze nu aan het doen zijn? Vind ze me nog leuk, geen twijfel Mark. Ach, laat maar zitten. Na dit stukje zal ze me nog gekker vinden dan dat ze waarschijnlijk al dacht.

Ik vertrek, terug naar luisterende muren, ramen met ogen en pratende straatstenen. U hoort weer van me als ik terugkom op deze wereld.

LC

Ik heb al hele stukken geschreven in mijn hoofd, maar geen zin het op papier over te schrijven  ::)

LC

Het bovenste geld nog steeds, maar het is winter en dan draait mijn hoofd wat meer toeren.(vanaf November)

LC

Stadslicht

Soms is stilte genoeg voor een gesprek, rustieke stilte zegt soms meer dan een spraakwaterval aan woorden. Het geeft ook een zekere rust in mijn hoofd, zolang dat mogelijk is. Al moet ik zeggen dat het de laatste tijd wat rustiger is geworden. Dat is misschien ook wel de reden dat er zo weinig uitkomt de laatste tijd. Misschien was het ook gewoon tijd voor een pauze, heel even geen vermoeiende verhalen over wat er rondsuist in mijn hoofd. Leuk voor de wereld, leuker voor mij.
Maar men heeft spraak ontwikkeld om naar te luisteren. Letters uitgevonden om verhalen te vereeuwigen. Misschien moeten we onze voorouders maar dankbaar zijn.

"Wat schrijf je?"
Mijn overdenking wordt ruw verstoord. Blijkbaar duurde de stilte voor haar te lang. Of misschien werd ze gek van nieuwsgierigheid toen ze mijn pen hoorde tikken op het papier. Ik denk dat ik het maar bij optie één houd. De tweede is ook zo overdreven.
Ze richt zich op. Mijn bovenbeen begint te tintelen. Haar hoofd blokkeerde de bloedstroom.
"Nou, kom op. Wat ben je aan het schrijven?"
"Niet veel bijzonders, wat overdenkingen."
"Die overdenkingen ken ik, geef eens hier."
Ze gritst het zwarte schriftje uit mijn handen. Haar ogen bewegen heftig terwijl ze zicht verdiept in mijn overdenkingen.

"Schrijf je ook over mij?" vraagt ze.
"Om de zoveel tijd"
Er komt geen antwoord, geen eens een vraag. Ze slaat heftig ze bladzijden om en leest om de zoveel tijd een woord of twee.
"Kijk eens bij verhalen met iets van licht in de titel, op de een of andere manier zit jij er altijd in."
Nog steeds geen antwoord, niets meer dan een instemmend geluidje.

Ik maak gebruik van de stilte. Met mijn hoofd op haar bovenbeen verdwaal ik even in mezelf. Op de een of andere manier kom ik altijd tot rust op een vrouwenbeen. Het klinkt heel gek, maar het geeft een rustiek gevoel. Een beetje beschermend zelfs. Dat ene kleine beetje vertrouwen dat je mist als je je moeders been bent ontgroeid.
Het schijnt haar ook niet te deren. Haar hand beweegt zich door mijn haar, terwijl ze in stilte mijn overdenkingen leest. Om de zoveel tijd hoor ik haar grinnikken. Meer is voor mij ook niet nodig om tevreden te zijn.

"Waarom staat er eigenlijk nergens in hoe ik eruit zie?"
Het duurt een paar seconden voordat ik doorheb wat ze zei.
"Ik weet het eigenlijk niet."
"Dat kan."
Ik richt me op en pak het schriftje.
"Als je wilt, maak ik wel een beschrijving van je"
Het is even stil, maar daarna schudt ze zachtjes haar hoofd.
"Nee, nee. Denk niet dat dat nodig is"

Mijn hoofd kan het niet laten, mijn pen schiet over het papier heen. Woorden schieten tekort. Plaatjes zouden de stilte eer aan doen, het is alleen zo jammer dat ik niet kan tekenen. Ik slaak een diepe zucht.
"Meer kan ik er niet van maken." zeg ik terwijl ik het papier uit het schriftje scheur.
Ze legt haar hoofd op mijn schouder. Stilte was genoeg. Meer had ik ook niet verwacht. Nooit gewild ook.

LC

Ik heb weer eens wat, oordeelt zelf:

Goeieavond....

Goeieavond Afghanistan,

Je hebt een grote verantwoordelijkheid weet je dat. Van alle landen in de wereld sta jij ver bovenaan op de lijst. Je bent misschien niet het mooiste land op aarde, misschien niet het land met de aardigste mensen op aarde, maar in ieder geval sta jij bovenaan de alfabetische lijst van landen. Iets waar je trots op mag zijn. Dat zou ik in ieder geval zijn, maar mijn naam is geen Afghanistan en sta dus niet boven aan de alfabetische lijst.

Maar wie ben ik dan wel? Ik hoor het je denken, Afghanistan. Wie ben ik? Een makkelijke vraag waar ik gerust urenlang over door kan zeuren, misschien wel dagen. Het is toch ook wel lastig. Wie zijn we precies? Waar belanden we? En waar liggen we nu in ons leven? Als we uitgaan van jou hoofdstad is die laatste vraag voor jou niet zo moeilijk te beantwoorden. Ik heb het even opgezocht. Jij, Afghanistan, ligt precies op 34° 32' 0" N, 69° 10' 0" E. Een rijtje getallen en twee letters waar je trots op mag zijn, dat meen ik serieus.
Ga maar eens na, in heel de wereld bestaat er geen enkele plek met die cijfers en letters, je bent uniek. Iets wat het Christenvolk ons om de zoveel tijd even aan herinnert tijdens eindeloze preken van gespeeld geluk.

Helaas, zo uniek ben ik niet. Mijn naam moet ik delen met vele andere op deze wereld. Sterker nog, 3 huizen verderop heet iemand precies zoals ik. En als je het dan zo graag wil weten, Afghanistan, mijn naam is Mark. Mark van der Meulen om precies te zijn. Op 27 mei 1990 geboren in een klein flatje in Rijswijk. Vijf stappen verder lag de 'mooie stad achter de duinen', oftewel Den Haag. Ook al herinner ik me niks van die dag, ik weet dat het warm was en dat ik zo rond de namiddag te leven kwam.
Op mijn tweede verhuisde ik naar het Idyllische plaatsje Gouda. Een saaie plek, waar het hoogtepunt van het jaar bestaat uit kaarsjes aansteken. Iets waar ik nog nooit plezier heb kunnen halen. Veel liever ga ik gewoon wat drinken met wat vrienden, of naar een leuk concert.

Je vraagt je misschien nu wel af, Afghanistan, waarom ik je dit eigenlijk allemaal vertel? Een gecompliceerde vraag met een duidelijk antwoord. Ik heb gewoon een opening nodig. Een opening voor een serie nutteloos denken. Ik wil mijn gedachten weer even kwijt en doe dat in deze vorm. Oordeel zelf of je het interessant genoeg vindt om te volgen, veel kan het mij niet schelen. Eigen geluk eerst. Ik hoop u ooit weer te zien, Afghanistan, maar ik moet nu verder. Schrijf je me terug?

Goeienacht Afghanistan,

Slaap lekker.

LC

*Stoft eens wat af.

Ok, lange tijd niks laten horen, dat komt gewoon omdat ik dingen wel op een rijtje heb momenteel. Zit goed in mijn vel en geloof me, dat is echt een heel stuk leuker voor mij.

De verhalen komen nog wel hoor :) Heel veel uitspraken waar ik een verhaal omheen kan bouwen, helaas geen schrift in de buurt om het op te schrijven. Tenminste, schrift ligt naast mijn bed, maar als ik eenmaal begin slaap ik de rest van de nacht niet...

hillo

Hmm, dus ik heb nu óf de keus om jouw leven onaangenaam te maken, óf voorlopig geen LC-schrijfsel te lezen... Nou vooruit, ben blij dat het goed met je gaat :) dus dan maar even geen schrijfsels... Al pak ik lekker wel Juud van je af! ;D