Nieuws:

Beng ook eens een bezoekje in het altijd gezellige Hotforum café

Hoofdmenu

LC's Schrijfsels

Gestart door LC, februari 23, 2006, 14:24:04 PM

Vorige topic - Volgende topic

Willen jullie het verhaal Rode luchten/Zwarte Gronden nog aflezen?

Ja
5 (71.4%)
Nee
2 (28.6%)

Totaal aantal stemmen: 6

Lennart

Hey, ik wil het best lezen, ik zit nu alleen te stressen voor mijn reis naar Londen morgen :P Later misschien.
Is that you in the button's box, making all that noise?

LC

Ja, dat vind ik best hoor, heb het ook niet speciaal tegen jou hoor.

Maar gewoon, is het zo'n grote moeite om even te reageren? Sommige mensen vragen al een tijdje wanneer ik iets schrijf Maar zodra er iets staat wordt er niet even de moeite genomen om te reagerne.

alfroj

Na de eerste regel ging ik ervan uit dat dit hetzelfde verhaal als op je hyves is ;) daar had nog niemand gereageerd en dan vind ik het een beetje vreemd om de eerste te zijn ;)
Vond het leuk om te lezen, en als je meer verhalen schrijft zal ik ze mogelijk blijven lezen, maar verwacht geen grondige literaire analyse van mij... :P beetje zwartgallig wil ik wel zeggen, maar daar houd ik van :P
There are only 10 types of people in the world.
Those who understand binary and those who don't.

hillo


LC

Citaat van: hillo op juni 18, 2008, 23:47:08 PM
Wie is het meisje ::)

Geen idee, vertel jij het me maar. Hecht nooit zoveel waarde aan namen in mijn verhalen.

Sjors

Ik moet de eerste zinnen altijd nog een keertje overlezen tot dat ze bij mij naar binnen willen :p

LC

Voer. Wie wil weten waar het in hemelsnaam mee te maken heeft, lees een paar pagina's terug:

Stadslicht

Het was rood. Zo zou je het inderdaad wel kunnen noemen. Stof met een rode kleur. Afgesleten stof. Afgesleten bakstenen. Stevig in de muur gemetseld. Het kon niet weg, dus verplaatste het zich maar als stof. Stof dat een lichte gloed over de fletse straattegels achterliet. Stof dat zich in de kleding van willekeurige voorbijgangers vast beet. Om daar als een geniepige parasiet door te leven. Geen kans om zich als een nieuwe muur te ontwikkelen, maar wel de kans om een deel van de wereld te zien. Ontdekken dat de wereld misschien wel meer was dan het steegje. Een donker, overdekt steegje. Waar mensen schuilen voor regen en onweer. Het leek wel alsof het altijd moest onweren in deze stad.

Het was niet anders deze avond. De nacht was ingevallen. De felle maan werd langzamerhand bedekt door donkere wolken. Het was niet eens zo broeierig. Het was niet eens zo broeierig als andere avonden. En toch moest het onweren. Alsof het de tijd van het jaar was. De tijd der onweer zou men het kunnen noemen. Het tijd der liefhebbers was het. Liefhebbers van melancholische nachten. Nachten die niet eens zo lang duurden. Nachten die vooral werden gekenmerkt door 'Einzelgängers' die de slaap niet konden vatten. Waar de onweer viel, stonden zij. Ieder apart. In steegjes. Overdekt. Met stof. Of het gezond was mist men niet. Maar men was er.

En waar men was, was er jaloezie. Waar men was, was liefde. Waar men was, was haat. Waar men was, was eenzaamheid. Eenzaamheid dat tot uiting kwam door verschillende huilende mensen. De vergelijking met de regen is te cliché en zal ik daarom ook niet gebruiken. Het is misschien maar beter om geen vergelijking te maken. Dat hadden ze niet nodig. Wat ze nodig hadden mist men niet. Men dacht er over. Wijze mannen stonden op en kwamen met oplossingen. Verlaat ze. Verban ze. Vermoord ze. Begraaf ze. Maar eenzaamheid was een onoverkomelijke factor.

De wijze mannen gaven het op. Wijze vrouwen stonden op. Elk met hun eigen ideeën. Geef ze hun boeken terug. Geef ze hun kleren terug. Geef ze hun handen terug. Geef ze hun leven terug. Geef ze onze wijsheid. Maar het mocht niet baten. Jaloezie was een gedachte waar iedereen mee kon leven. Haat was de onvolkomenheid van de mensheid. Haat was er om de rotte pitten uit de samenleving te scheiden van de geleerden. En liefde, liefde was er ten overvloed. Tijdens de flitsen van het onweer kwamen geliefden elkaar opzoeken. Zij het als bescherming, zij het als noodzaak. De liefde was er om te blijven.

Maar de eenzaamheid was er om uit te roeien. Eenzaamheid werd niet gewaardeerd. De eenzame mensen werden verdoemd. Ze gaven de stad een slechte naam. Ze werden met de nek aangekeken. Bespot, bespuugd en uitgescholden. In het donker zochten zij hun heil. Alleen, soms zelfs met zijn tweeën. Eenzaamheid is makkelijker te delen als je met twee bent. Een paradox die zijn weerga niet kent. Eenzaam zijn met tweeën.

En met twee beland men in een steegje. Het regent. Het onweert nog altijd. In de verte hoor je huilende mensen. De 'Einzelgängers' lopen over straat. Op zoek naar een steeg, een huis misschien, om te schuilen. Zij zien zichzelf in de spiegels van de stad. Het flikkerende licht uit de etalage laat hun verschijningen ietsjes oplichten. Hoofd diep in de jas. Hoed of pet tot over de wenkbrauwen naar beneden getrokken. Slepende broekspijpen en versleten schoenen lieten hun beweging naklinken in de stad. Ze trokken samen. Om hun melancholiek te kunnen delen. Om ideeën uit te wisselen. Op bankjes, in huizen, in steegjes. Met rood stof vastgebeten in hun kleding.

Het was hun nacht. Jawel, het was hun nacht. De nacht waarin zij tot 6 uur 's ochtends konden nadenken. Geen eindeloos gezeur over eenzaamheid. Geen haat of jaloezie tegenover de anderen. Nee, zo was men niet. Men was een tegenstelling van de samenleving. Ze was rustig. Ik zou niet zeggen zonder liefde. Oh nee, men was niet zonder liefde. Het woordgebruik van de 'Einzelgänger' was doordrongen met liefde. Maar gooide met clichés. Men discussieerde heftig. Men fantaseerde. Fantaseerde hoe het zou zijn om die nacht te verlaten. Om het onweer gedag te zeggen en te leven.

Een enkeling zou het lukken. Hij of zij was dan opeens verdwenen. Had het licht gevonden. Of hij of zij was simpelweg verhuist naar een andere stad. Ik weet niet of ze daar kennen wat men hier kent. Niemand kwam ooit terug. Niemand kwam zoeken naar hun oude kameraden. Men werd achtergelaten. Op bankjes, in huizen, in steegjes. Waar rood stof van de muur af kwam. Waar men samen hun eenzaamheid overdacht. Levende in een paradox. Of het gezond was wist men niet.

LC

#127
Stadslicht

'Weet je wat ons probleem is?"
Ze keek me ietwat vragend aan. Ze was inmiddels wat weggedommeld op mijn schouder. Haar ogen waren alweer wat slaperig geworden. Ze haalde een beetje nonchalant haar schouders op.
'Nee, eigenlijk weet ik niet wat ons probleem is.'
Ik antwoordde dat ik het eigenlijk ook niet wist. Het leek me wel een mooie vraag zo laat op de avond. Misschien wist zij wel wat ons probleem was. Waarom we nog altijd in een steeg lagen waar het rode stof op de longen sloeg? Altijd maar dat rode. Altijd maar weer de nacht. Het regende en onweerde vaak. Het was geruststellend.

'Waarom vraag je dat nu eigenlijk?'
'Het leek me een mooie vraag zo laat op de avond.'
Een klein lachje verscheen op haar gezicht. Ze staarde net zoals ik een beetje in de leegte van de rode muur. Het was een soort van mantra geworden. Bij een leeg gevoel gewoon naar de muur staren. Het had geleden onder onze schoenen. Haar stenen waren inmiddels al flink afgesleten en haar stof had zich inmiddels verspreid over andere delen van de stad. Maar ze stond er nog. Ze was best degelijk. Sterk haast. Ik weet eigenlijk niet of dat een goeie zaak was of niet? Misschien was de andere kant van de muur wel leuker.

Alhoewel, de overkapping zou instorten. We zouden niet meer beschermd zijn tegen de regen. En de stenen zouden op ons neerkomen. Waarschijnlijk niet een prettig gevoel.
Ze knipte een keertje met haar vingers voor mijn ogen.
'Snap out of it!'
Ik schrok eventjes wakker uit mijn mantra. Ze gaf een klap met de vlakke hand. Niet eens zo hard.
'En nou blijf je even met je gedachten bij mij en niet bij die muur.'
'Wat is er dan zo bijzonder?'

Haar blik bleef hangen bij mijn ogen. Haar gezicht trok in een plooi alsof ze even verrast was door mijn antwoord. Het gebeurde niet vaak dat ze verrast werd.
'Wat is er dan zo bijzonder?' Ze sprak met een flinke dosis sarcasme.
'Jij staart ongeveer tien minuten naar een rode muur. De helft van de stenen heb je inmiddels volledig afgesleten met je voeten. Het stof van de stenen heeft mijn haar vrijwel rood gemaakt en jouw kleren zijn al bijna niet meer zwart. En dan nog vraag je wat er zo bijzonder is?
Niet meer dan een simpel JA kon er niet vanaf bij mij. Ze zou er bijna genoeg mee nemen.

Ik haalde mijn kladblok tevoorschijn uit mijn binnenzak. Het was niet eens rood uitgeslagen van het stof van de muur. Het was misschien niet maagdelijk wit meer, maar wat erop stond was misschien wel erg nuttig. Ze keek mee terwijl ik schreef dat zij ook niet wist wat ons probleem was.
'Waarom schrijf je slechts zij op en niet mijn naam?
'Ik vind namen nooit zo relevant voor een verhaal.'
'Zelfs de mijne niet?
'Zelfs de jouwe niet.'

'Weet je wat ons probleem is', zei ze opeens.
'Nou, wat is ons probleem?'
'Ons probleem is onze koppigheid', antwoordde ze.
Er zat wel een kern van waarheid in haar antwoord. Zij was nog altijd even koppig, of misschien wel te trots, om te vragen wanneer we eindelijk eens zouden vertrekken uit deze steeg. Ik? Ik was misschien wel koppig. Meer eigenwijs. Ik weet eigenlijk niet of dat hetzelfde betekent. Eigenwijs ben ik sowieso.

'Zou jij niet eens willen vertrekken uit deze steeg?' Ik vroeg het maar aan haar. Ze was, zoals ik al zei, te koppig om het ooit nog eens zelf te vragen.
'Ik vind het eigenlijk best lekker rustig zo.'
Het was niet het antwoord dat ik van haar verwacht had. Ze had moeten antwoordden dat ze graag een keertje weg zou willen gaan. Misschien was het wel meer mijn verlangen om uit een doodlopende steeg te vertrekken.

'Het wat niet het antwoord dat je van me verwachtte hè?'
Ik schudde NEE. Het was niet het antwoord dat ik van haar verwacht had. Ik wilde gewoon vertrekken uit de verdomde steeg.
'Zou je Parijs niet willen zien', vroeg ik aan haar.
Ze haalde haar schouders op. Gaf mij een kus op de schouder.
'Parijs heb ik al een keertje gezien.'

Het was het antwoord dat ik verwachtte.
Ik haalde mijn kladblok tevoorschijn.
'Ik weet wat ons probleem is.'

Lennart

Hm, ik weet niet wat ik ervan vind. Het verhaal dat erachter ligt is misschien nog wel enigszins boeiend, maar je schrijfstijl spreekt me niet echt aan. Dat is waarschijnlijk een persoonlijke voorkeur, omdat ik meer van de iets luchtigere teksten houd waar je makkelijk doorheen gaat maar waar er toch nog genoeg inhoud in zit. Bij jou zit er wel veel inhoud in (en af en toe verkeerde interpunctie, zoals het afsluiten van citaten die nog doorgaan in de zin), maar het is zo literair geschreven dat ik mijn aandacht er eigenlijk niet bij kan houden. Voor mensen die van literaire teksten houden is het wel goed, maar voor de wat minder zware lezer is het minder geschikt, denk ik zo.
Is that you in the button's box, making all that noise?

LC

#129
Dat mag ;) De interpunctie is vooral de fout van de tijden waarop ik schrijf. Twee, drie uur 's avonds.

Daarbij vind ik dat de interpunctie zoals citaten minder belangrijk is dan het verhaal. Maar in ieder geval bedankt voor de reactie.
Verwacht trouwens nu geen luchtige verhalen hoor. Geen verhalen zoals de forumsoap ofzo, daar kan ik niet tegen.... ;D Ben allang blij met het compliment over het literair schrijven.

Lennart

Daar ben ik het mee eens, maar ik vind wel dat een goede interpunctie de leeservaring verbeterd. Bij de .', die ik telkens tegenkom irriteer ik me er toch aan en dat brengt de algehele waardering toch omlaag. En je moet zeker niet ineens luchtig gaan schrijven als dat niet van jezelf is. Ieder z'n eigen manier :)

Ik zal eens kijken of ik hier ook eens wat schrijfwerk van mezelf kan posten.
Is that you in the button's box, making all that noise?

LC

Citaat van: Lennart op april 02, 2009, 23:04:33 PM
Daar ben ik het mee eens, maar ik vind wel dat een goede interpunctie de leeservaring verbeterd. Bij de .', die ik telkens tegenkom irriteer ik me er toch aan en dat brengt de algehele waardering toch omlaag. En je moet zeker niet ineens luchtig gaan schrijven als dat niet van jezelf is. Ieder z'n eigen manier :)

Ik zal eens kijken of ik hier ook eens wat schrijfwerk van mezelf kan posten.

Weet je, die fout is mij nog nooit zo opgevallen... Maar nu je het zegt zie ik pas dat de punten inderdaad wel raar staan....

Misschien het gemakzucht van een speciaal corrector bij mijn universiteitsblad ;D Die doet mijn correcties. Maar in ieder geval bedankt :) Zal er op letten.

Nog meer fouten ontdekt?

hillo

Citaat van: LC op april 02, 2009, 21:37:35 PM
Geen verhalen zoals de forumsoap ofzo, daar kan ik niet tegen.... ;D

Arme Polt, en ze zijn juist zo spannend 8)

LC

Overigens ben ik de fout met de punt maar twee keer tegen gekomen??

De citaten met de vraagtekens zijn mij altijd zo aangeleerd en worden ook nooit gecorrigeerd door de corrector.

LC

Citaat van: hillo op april 03, 2009, 00:39:01 AM
Citaat van: LC op april 02, 2009, 21:37:35 PM
Geen verhalen zoals de forumsoap ofzo, daar kan ik niet tegen.... ;D

Arme Polt, en ze zijn juist zo spannend 8)

Wat absoluut niet zegt dat ik het niet goed vind. Zit goed in elkaar :) Is gewoon mijn ding niet ;)